woensdag, februari 28, 2007

Toekomst.

De kok in onze vereniging heet Jaap.
Of nu ja, technisch gesproken heet hij helemaal geen Jaap, maar omdat hij een vergelijkbare oud-Hollandse naam heeft noem ik hem Jaap.
Jaap is de enige binnen de vereniging die wordt betaald en die boven de veertig is.

Laatst had hij, heel onfortuinlijk, zijn hand verbrand en nu was hij voor het eerst -of in ieder geval voor het eerst op een dag dat ik ook aanwezig was- weer in het pand waarbij wij even wat zinnen als 'hoe gaat het nu' en 'goed, en met jou' uitwisselden. Ik vertelde hem dat ik samenwonend ben tegenwoordig en tot mijn verbazing (of misschien ook wel juist helemaal niet) reageerde hij ongeveer zoals M. Ongeveer zo:

Het wordt tijd dat je gelukkig bent Ty.
Ik bedoel maar, je hebt nogal wat meegemaakt enzo. Ik bedoel, ach, je weet wel wat ik bedoel, toch? Nu heb je hem, en hij heeft jou, en jij houdt van hem en hij van jou en je bent gelukkig. Snap je wel enzo? Dat we je zien lachen, dat compenseert al dat zwart wat je draagt, snap je?


(Jaap is er niet een van de makkelijke korte gesprekken)

Ik was trots, geraakt en verbaasd.
Trots en geraakt, omdat het inderdaad wel een beetje zo is, en ik het fijn vind dat dat iemand anders dan uit mijn directe omgeving opvalt.
Maar ook wel een beetje verbaasd.
Want om eerlijk te zijn, zo slecht ging het toch nu ook weer niet voordat Nanne in mijn leven kwam. En dat ik zelden lachtte, dat bedoelde hij vast symbolisch.
Als er iemand het overschreeuwen van gevoel door stuiterende vrolijkheid tot een kunst heeft verheven...

Al wat me nog rest is dus trouwen, kindjes krijgen en verhuizen naar een eensgezinswoning met een tuin en een zandbak.

Digibeet.

Eigenlijk wilde ik helemaal niet zoveel.
Mijn linkjes en statistiekenknopje terug, wat kleurtjes veranderen.
En, als we dan toch bezig waren, eindelijk maar eens het tekstvak vergroten, zodat de stukjes wat minder lang en wat meer breed zouden lijken. Helemaal niet zo erg ingewikkeld zou je zo zeggen.

Mijn oude template wil hij niet, mijn mooie linkjes snapt hij niet en mijn minimale kennis van html is duidelijk niet genoeg om iets te wijzigen zodat hij niet meer 'xml error. img tag not ended.' roept, terwijl in mijn ogen die tag toch echt beeindigd wordt met mooie schuine haakjes.

Waar is vriendje als je hem nodig hebt...

dinsdag, februari 27, 2007

Meervoudige persoonlijkheid.

- Goedemiddag, u spreekt met mevrouw S. Ik ga verhuizen. Dit is mijn nieuwe adres. Kunt u dat even aanpassen?

Nou mevrouw, dat hangt ervan af. Heeft u een sofinummer/burgerservicenummer/polisnummer/
declaratiecode/banknummer? (doorhalen wat niet van toepassing is)
(...) (Ik lees een nummer van een blaadje)
Prima hoor, mevrouw, uw nieuwe adres is aangepast.


Ik heb het geprobeerd, bellen als mezelf, om Nanne zijn adres te wijzigen.
Uiteindelijk bleek het veel beter te werken als ik gewoon doe alsof ik hem ben.

zondag, februari 25, 2007

Werkelijkheden.

Ik vloog.
Ik reed veel, gruwelijk veel, te hard.
Ik vluchtte, zij het niet van de wet, maar van mezelf en mijn mogelijke schuldgevoel.
Ik stak een sigaret op en ontweek tenouwernood de bestuurder op dat deel van de weg waar ik me niet diende te bevinden.
Later dronk ik mij zat in een café om daarna weer weg te scheuren, naar God mag weten waar.
Ik genoot.
Het gevoel out of control te zijn, al had ik geen idee waarvan, was verslindend en vroeg om meer.
Ik had zo weinig zelfbesef dat bijna-ongelukken enkel voedsel waren voor stoere praat in het volgende café.

En werd uiteindelijk -omdat reden en logica in slaapstaat op vakantie zijn naar een ander melkwegstelsel- door ex. k. er toe bewogen mezelf aan te geven.

Zwetend werd ik wakker, dronk wat, viel weer in slaap en droomde vervolgens dat ik professioneel opvoeder was in een psychiatrische jeugdkliniek.

Vreemd, dat wat me het meest verbaast is niet dat ex. k. plotseling een geweten heeft en, nog veel ongebruikelijker, als het mijne fungeert, maar dat ik -als eeuwig geheelonthouder- dronken was...

zaterdag, februari 24, 2007

Bouwvak.

De Makro, het soort groothandel zijnde waar vaak enkel particulieren op het pasje van het bedrijf spullen voor henzelf aanschaffen, had een aanbieding. En schoonpapa heeft een eigen bedrijf en dus een pasje.

Daar wij in een stad wonen met zowel een eigen Makro als een eigen IKEA vestiging gingen wij vrij vlot huiswaarts met een hele grote ton. Met 1800 LEGO steentjes.

Gecombineerd met de LEGO die al door Nanne van de zeer stoffige zolder bij zijn ouders was verwijderd en een wasbeurt later op een kleed was uitgestald hadden wij acht vierkante meter steentjes.

Lyka zou de helft van de voorjaarsvakantie bij ons verblijven en is dus sinds woensdag al hier. In die tijd hebben wij haar kamer verbouwd -het hele huis was al geweest dus dat kon er ook nog wel bij-, heeft Nanne zeven plankjes opgehangen -was die geleend klopboor nog ergens goed voor-, werd ik ziek -wat heb je aan verhuizen en herinrichten als daar niet een mooie griep bij past-, en kwamen mijn schoonouders het resultaat bewonderen van vele dagen hard werken.
Morgen is het zondag.
Morgen gaan we, omdat het de laatste dag van de vakantie is en bovendien de enige dag die we min of meer 'vrij' hebben, naar het museum in Den Haag. Iets met een kortingsbon en een tentoonstelling die Lyka graag wilde zien.

We hebben acht vierkante meter LEGO en niet eens tijd om er iets stoers van te bouwen...

donderdag, februari 22, 2007

Note to self.

Chocolade eitjes -pasen begint weer vroeg- zijn waardeloos eetbuivoedsel. Je moet al die krengen één voor één uitpakken voor dat je ze eten kunt.

dinsdag, februari 20, 2007

Tussenstand.

We leven nog.
Het huis lijkt ingericht.
De luizen lijken meer dan dood.
Nog maar één a4-tje aan 'to do' lijstjes te gaan.

vrijdag, februari 16, 2007

Vieze vingers.

Een toetsenbord föhnen na schoonmaak met afwasmiddel, kan dat wel?

Nog drie dagen.

Het huis is leeg.
Nu ja, leeg...
Beneden in een lege kamer staan alle dozen, tassen, vuilniszakken en overige losse troep.
We hoeven vanavond alleen nog een tent schoon te maken -wonderbaarlijk, hoe je in juli op vakantie kunt gaan en het schoonmaken van de tent tot februari kunt uitstellen- en de wasmachine los te koppelen.
Huisgenoot J. is niet blij dat we, na de tragedie met mijn wasmachine in de luizenoorlog, toch de wasmachine van Nanne mee gaan nemen. Hij stelde voor dat wij een nieuwe kopen, of liever, dat hij voor ons een nieuwe zouden kopen dan dat we hem dan terug zouden betalen zodat hij de oude kon houden. Ergens waren wij het niet zo eens met zijn plan, een jaar oude wasmachine inruilen voor een nieuwe omdat hij graag goedkoop uit wil zijn. Vriendendiensten hebben ook zo hun grenzen.

In mijn eigen huis kijk ik tegen lege kasten aan, is Lyka's kamer een slagveld met volle dozen en tassen -drie kasten boeken bleken, hoe onverwacht, niet in de vier meegebrachte sinaasappeldozen te passen- en blijkt de video die voor mijn broodnodige ochtendontspanning in de vorm van opgenomen Star Trek afleveringen moet zorgen al ontkoppelt.
Alles loopt op schema, ik heb een zorgvuldig plan met vier mogelijke locaties om de zaterdag door te brengen om te voorkomen dat het verhuisdrama van vier jaar geleden zich herhaald en heb zowaar tijd om naar schoonmama af te reizen om de laatste vijf vuilniszakken wasgoed schoon te krijgen.

Maandag spreek ik u weer.
Waarschijnlijk, of in ieder geval, hopelijk, met een verhaal hoe het allemaal wel meeviel en hoe Nanne en ik nog voor de zondagavond het hele huis hebben ingericht.

Hopelijk...

donderdag, februari 15, 2007

Groepsgevoel.

Elke twee weken heb ik op donderdag een clubje.
Met zes vrouwen en een man komen we dan samen om het leven van alledag wat door te lichten.
En, omdat we alleen eetgestoorden zijn, om wat thema gericht of therapeutisch bezig te zijn. Alhoewel het samenkomen op zich ook al therapeutisch is.

Persoonlijk zou ik elke gestoorde -op wat voor manier dan ook- en lotgenotenclubje willen aanbevelen. Zelden voel je je beter begrepen, omdat zij ook voelen wat jij voelt.
Je kunt anderen van advies voorzien en er zelf om vragen, want je kent elkaars ins en outs.
Je hoeft er niet eens zo heel erg ziek voor te zijn, het is enkel een stukje samenzijn wat je meestal mist in je dagelijks leven, samenzijn met gelijkgestemdengestoorden.

Er zijn wat kleine puntjes misschien.
Te verwaarlozen puntjes eigenlijk.
Niet eens echt het noemen waard.
Punt één is dat ik nergens zo jaloers op kan zijn als andere eetgestoorden.
Vooral op diegenen die wel weten af te vallen.
Punt twee behelst de locatie van het hele gebeuren.
Zutphen.
Op twee uur rijden van mijn woonplaats, in de spits drie.

Wat mij doet concluderen dat het jaloersheid probleem dus nooit zo belangrijk kan zijn als ik bereid ben om half zes mijn bed uit komen voor mijn clubje..

Gevonden voorwerpen.

Een koptelefoon voor mijn mp3 speler, van het soort die ik al maanden zoch, waarvan ik wist dat hij 'ergens' zijn verblijfplaats had maar nooit echt zeker wist waar dat moest wezen.

Verhuizen heeft blijkbaar toch zijn voordelen.

(En: bijna heel Nanne's huis al ingepakt, nog maar vijf zakken was over bij schoonpapa thuis en een hele vrije middag om hier alle kasten leeg te halen. Het zou zowaar allemaal kunnen lukken voor zaterdag)

woensdag, februari 14, 2007

Valentijn.

Ik kreeg een kaartje.

én een cadeautje.
én een boekje.
én een hanger met mijn naam erop.

Wow!

Voortaan vind ik dat Nanne moet vertellen wat hij me gaan geven, dan kan ik iets vergelijkbaars voor hem kopen, in plaats van alleen maar chocola.

Dramatisch.

Bijna was ik ingestort.

Bijna, want ik doe niet aan instorten.
En dan niet, wat een vrij logische redenering zou zijn, vanwege de praktische omhandigheden, of de geestelijke gevolgen, maar gewoon omdat ik het niet kan. Mijn geest schijnt zeer bedreven te zijn in het doorstrompelen ook al zijn de schoenen tot op de draad versleten.

Soms lijkt het me wel wat, dat instorten.
Begrijp me niet verkeerd, het instorten an zich lijkt me uitermate onprettig, huilen, angst, drama en meer van dat al, maar de beoogde rust erna lijkt me af en toe zeer te verkiezen boven de permanente spanning die mijn lichaam nu genereert.

Ik versta de kunst om zeer vakkundig muren te bouwen, flatgebouwen, Twin Towers, Tapei's. Het is een automatisme geworden, iets waar ik weinig tot niets actief voor hoef te ondernemen.
Wat er ook gebeurt, hoe erg de wereld ook vergaat om mij heen, Ty blijft altijd staan. Als enige, misschien, en waarschijnlijk op de totaal verkeerde plek, maar staan zal ik.

En dat is nu precies wat ik zo zat ben.

Ik heb niet zozeer een hekel aan verhuizen, als wel dat ik er buitengewoon gespannen van wordt. Op het randje van overspannenheid af, maar nooit helemaal. De laatste verhuizing was enigszins dramatisch, en dan ben ik waarschijnlijk nog eufemistisch. Van constant op dat randje wordt een mens heel, heel moe. En zou ik willen huilen, gillen, schreeuwen, rennen, vluchten, onderduiken, alles om maar af te komen van dat wat voor me ligt. Maar ik doe het niet. Ik doe het nooit. Ik slik, en zucht, en klaag, en chagerijn, en blijf lopen.

Nu ja, ik krijg in ieder geval alles op tijd af..

Onthouden.

Raar is dat, dat je de hele avond als een levende stuiterbal overdreven vrolijk maar toch blij, of in ieder geval niet neerslachtig, achter je eigen bar staat te springen, en dat het enige wat je denkt als je weer thuis in je bed ligt is:

'Wat een kutdag. Maar drie wassen gedaan en nu wil de verhuurder ook nog dat ik morgen mijn financiën doe...'

maandag, februari 12, 2007

Negen dozen verder.

En nog steeds geen lege kamer.

had hij niet een andere leuke hobby kunnen nemen in plaats van computernerd te wezen?
Iets met postzegels ofzo?

Nanne is al bijna verhuisd.

De beestjes bleken veel moeilijker weg te krijgen dan verwacht.
Zowel de shampoo als de lotion bleken niet het effect te sorteren dat op het pakje stond; dode luizen.

Inmiddels zijn we over gegaan op drastischere maatregelen.
Alle kleren, knuffels, jassen, knuffelbeesten en beddenspullen zijn of wel in de wasmachine verdwenen of voor twee weken ingepakt in beestjesdodend plastic.
Alles wat ook maar in de verte lijkt op stof is gesprayed en besproeid en onze haren zijn tot drie keer toe twee uur onder een aluminum en azijn houdend pakketje gestopt.
Toen de wasmachine er -omdat Murphy's nu eenmaal stelt dat alles altijd tegelijk komt- mee ophield gingen we met vijftien vuilniszakken was naar het huis van schoonpapa om daar de wasfaciliteiten -en joepie! Een droger!- te misbruiken.

Inmiddels zijn we vier dagen verder en lijkt de ramp bezworen.
Lijkt, want we hebben nog steeds geen jassen en trekken alle kleren die langer dan één shampoobeurt gedragen worden onmiddelijk uit om weer naar de schoonouders te verslepen.
We slapen op in vuilniszakken gepakte gloednieuwe kussens omdat de oude niet geheel wasbaar bleken en bibberen in de kou omdat sjaals als 'onveilig' worden beschouwd.

Raar. Toen ik als kind beestjes had leek dat toch helemaal niet zoveel werk...
Misschien omdat mijn moeder op dat moment het huis mocht ontluizen.

Het enige wat er nu nog moet gebeuren is het inpakken van een heel huis en een half ander huis.

Voor zaterdag.

Eitje..

vrijdag, februari 09, 2007

Bang voor beestjes -part 2.

Toen waren ze er niet.
En was het advies: doe nog maar eens wassen met anti roos shampoo.
Dus toen ik een dag of wat geleden weer geplaagd werd door een wat extra kriebelende hoofdhuid besloot ik wederom tot shampoo.

Maar vannacht had ik toch al door dat het echt niet goed was. Tegen pijn kan je tenminste nog iets doen, massage, kruikjes, pijnstiller. Maar tegen jeuk doet men zo goed als niets, en dan kom je duidelijk nachtrust te kort. Dat was misschien toch wel een beetje veel voor een simpel beetje roos, dus vroeg ik Nanne de kam ter handen te nemen en even snel te kijken of er heel misschien eventueel hypotetisch toch iets van beestjes te zien waren.

Na drie keer kammen was het raak.
Tylani heeft luizen.

Raar is dat, geen Lyka in de buurt, en toch luizen.
Hoe hardnekkig is het beeld dat hoofluis enkel voorkomt bij kinderen, terwijl ik in een vereniging rondloop met een overvolle kapstok, en waar bovendien door iedereen met iedereen geknuffeld wordt.
Ergens schaam ik me zowaar een beetje, vanwege dat oeroude beeld dat luizen iets met hygiëne te maken heeft, ook al weet ik dat het niet waar is.
Ik twijfel om naar schoonmama te bellen, voor tips, en ben haast blij als ze niet thuis is. Maar toch wil ik advies, ik, die sinds mijn eigen kindertijd niets meer te maken heb gehad met andere beestjes dan vlooien van de kat.
Uitindelijk verzamel ik genoeg moed en bel Lyka's stiefpapa, die alles weet van luizen, en van grondige bestrijding, daar hij van die dreads heeft in zijn haar en een hekel heeft aan jeuk.

Dus moet er nu een heel huis ontluist.
Alle kussens, negen in totaal, moeten gewassen. Alle dekbedden moeten schoon, de stoelen gesprayed, de auto's besproeid en de kleding niet langer dan noodzakelijk gedragen en dan ook tot kookpunt in de wasmachine.

En ondertussen is de jeuk nog steeds niet weg.
Alhoewel ook dat normaal blijkt te zijn, een dode mug betekent ook niet direct een verdwenen bult.

Een schrale troost: De huidige luizenlotion is niet meer zo smerig als twintig jaar geleden..

donderdag, februari 08, 2007

Tijdelijk balansloos.

Als voorbereiding op de verhuizing van Nanne kochten wij een kast. Of liever een dressoir, maar ik vind dat dat best kast mag heten. Nanne ging die even in elkaar schroeven -ik begrijp ineens het voordeel van dure designketens die alles in elkaargezet afleveren- en ik hield zo af toe een deurtje vast of hamerde wat spijkertjes erin.

En ineens trof het besef me met de kracht van een aanstormende vrachtauto.
Er wordt écht verhuist.

Straks moet ik dozen gaan inpakken, en omdat er ook in dit huis wat verplaatst en heringericht moet worden komen hier ook dozen en pakketten en lege kasten te staan.

Oh God.

Ik heb het niet zo op verhuizen.
De laatste verhuizing was op zijn zachts gezegd dramatisch te noemen, waar bij ik uiteindelijk huilend in een hoekje van de slaapkamer eindigde. Er zijn een hoop soorten stress die ik best kan hebben, maar verhuizen hoort daar blijkbaar niet meer bij. Zelfs bij het verhuizen van anderen word ik gestressed, angstig en chagerijnig.

Van het ene op het andere moment wissel ik van boos en kortaf naar een klein dreinend meisje wat op bed wil liggen en luidkeels protesteert tegen de hele gang van zaken of haast huilend meldt dat ik nooit, maar dan ook nooit meer wil verhuizen.

Nanne is al ingelicht over mijn buien.
Dat het niets persoonlijks is, dat ik nog steeds volwassen en oud en verstandig ben en dat het allemaal maar van tijdelijke aard is en of hij toch vooral geen aanstoot wil nemen aan mijn kinderlijke dreinende gedrag.
Niet dat dat echt helpt, want de grootste irritatie is toch wel die aan mezelf.
Kinderlijk zijn en stuiteren als je vrolijk bent is nog tot daar aan toe, met dat deel van mezelf kan ik best leven, bovendien houdt het je jong.
Maar hoe ik het ook probeer, ik schijn het niet te kunnen helpen, van verhuizen raak ik uit balans. En dan kan geen eetstoornis me weghouden van een naar gevoel van hulpeloos- en verlatenheid.

In de gang heb ik een heel groot schema opgehangen.
Met tien grote vakjes, waarvan ik er, mijn kinderlijke staat van geest erend, iedere dag een mag doorstrepen met een heel groot kruis.
Nog tien dagen.
Dan ben ik weer normaal, en rustig, en stabiel en volwassen.
Maar nu nog even niet.

Witte wereld.

Het ziet er mooi uit, zo vanuit de warme veiligheid van je huiskamer.

Als ik even mijn ogen losscheur van het boek wat ik aan het lezen ben zie ik witte vlokjes de wereld schoon en licht maken.
En ik zie bouwvakkers.

De balkons van mijn flat zouden geverfd gaan worden, en voordat dat gedaan kan worden moet er eerst wat worden geschuurd en schoongemaakt. Daarvoor heeft men een legertje mannetjes ingehuurd die met een bakje omhoog mogen naar de balkons om daar schoon te maken. In de kou, in de sneeuw, in een heel klein, hoog, bungelend bakje.

IJsvrij krijgt ineens een hele andere betekenis.

woensdag, februari 07, 2007

Wie mooi wil zijn heeft pech.

Na zorgvuldige overweging van alle factoren ben ik tot een weloverwogen conclusie gekomen.

Ik word nooit vrouw.

Zolang ik meisje blijf kan ik tenminste nog in gympen de straat op...

dinsdag, februari 06, 2007

In volgorde van belangrijkheid.

Nanne moet ook zo af en toe naar huis.
En daar hij technische gesproken dat huis nog deelt met een huisgenoot, leek thuiszijn op een tijdstip dat die ook aanwezig zou zijn niet eens een slecht idee.

Er kom wat achterstallige administratie worden weggewerkt en even worden gekeken naar wat de huisgenoot aan spullen wenste over te nemen, dat scheelt een hoop gesjouw tijdens het veruizen volgende week. Allemaal mooie redenen dus om een nachtje niet in het grote bed bij mij te slapen.

Maar...
Weegt het allemaal wel op tegen heel alleen wakker worden in een veel te koud, groot bed?

(Van de andere kant bekeken, ik ben vannacht zowaar niet wakker geworden van gesnurk...)

maandag, februari 05, 2007

Vrijwillige zelfmarteling.

We zijn weer terug.
Terug uit het zuiden des lands, daar waar het taaltje klinkt als Brabants maar ze toch 'Hayè' zeggen als afscheidsgroet. Terug van een zwembad met een soort zout in plaats van chloor en waar je haar rare dingen van gaat doen, terug van lezen en knuffelen bij de open haard, van bos en meertjes, van zwanen naast de terrasdeur en gebakjes bij de koffie.
Het was leuk. Gaaf, geweldig.

Maar nu weer over tot de orde van de dag.
Want, in het kader van het vijfennegentig jarig bestaan van mijn vereniging is er een lustrumfeest. Een feest in stijl, met een dresscode. Iets wat, daar het gros van de leden zich meestal op straat begeeft in afgetrapte spijkerbroeken en gescheurde zwarte shirts met doodshoofdjes, geen overbodige luxe is als je pretendeert iets nets te organiseren.

Lyka heeft een oude galajurk van Nannes jongere zusje, hij zelf moet nog even een jasje aangemeten krijgen (de stropdas die hij volgens Lyka moet krijg ik er echt niet in ben ik bang) en ik heb de keuze uit een geleende galajurk of een van mijn baljurken.

Bij zo'n galafeest hoort natuurlijk bijpassend schoeisel.
En dus kan ik eigenlijk niet aankomen met mijn kistachtige Doc Marten voor-elke-gelegenheid-geschikt-en-jaren-houdbaar voetwaar.
Maar gelukkig kocht ik ooit hele mooie laarzen.
Met veters, en hoog, en gala en heel netjes, met een mooi ouderwets ogend smal rijglaars voetje.
Met hakken, dat wel.

Hakken van een centimeter of vier, vijf.
Voor een vrouw -ik word blijkbaar toch echt te oud om nog 'meisje' te heten- die haar hele leven misschien tien keer hakken heeft gedragen en zeker nooit langer dan een uurtje of wat. Dat hou ik nooit een hele avond vol.

Dus ben ik nu maar alvast begonnen aan een wen-periode.
Met het idee dat als ik maar zes dagen van te voren al hele dagen op stelten doorbreng ik dan vast wel gewend genoeg zal zijn om het er een hele avond op vol te houden. Normaal gesproken loop ik immers niet zo veel, dan kan ik er nooit heel veel last van krijgen, was het idee.

Fout idee.
Zeer fout idee.
Wie mooi wil zijn moet pijn lijden is een heel letterlijk gezegde, merk ik nu.

En dan te bedenken dat er vrouwen zijn met naaldhakken...
Hou houden ze het vol...