maandag, augustus 27, 2007

Dal.

Wij wonen in een grote galerijflat. Alleen al het stuk van ons huis tot de lift delen wij met zes andere buren, en na de lift komen er nog zeven.
Een galerijflat is een wonderlijk iets.
Na anderhalf jaar ken je de gezichten van een paar buren, en zelfs na vier jaar weet je nauwelijks wie er aan de andere kant van de lift wonen. Veertien verdiepingen, veertien huizen per verdieping. Maar, van ons 'stukje' kennen we nu toch wat namen. Van op de hoek, R. en M., en van daarnaast, M. en N.

Die laatste zijn aan het verhuizen. Iets met financien, en wanbetaling en ruzie met de verhuurder. Voor morgenochtend tien uur moeten ze eruit. Nanne is ze helpen het huis leeg te halen. Alles gaat in de opslag, zij naar een vriend en daarna in een caravan tot ze met de schuldsanering en bewindvoerder iets geregeld hebben.
Eigenlijk hadden we een avondje thuis gepland, maar Nanne, hulpvaardig als hij is, vroeg zich af wat wij zouden willen 'als het ons zou gebeuren.'

Mijn eerste reactie was: "Dat gebeurt ons niet."
Goed, het is een gegeven dat ik niet geweldig ben met geld. Af en toe lopen we ergens wat achter, of koop ik van de creditcard iets op internet waar we eigenlijk het geld niet voor hebben. Zo heel af en toe legen we de spaarpot om brood te kopen, omdat het salaris nog in de kruispost tussen de betaal- en de boodschappenrekening zit. Maar nog nooit had ik de deurwaarder op mijn dak. Af en toe een herinnering misschien, of wat aanmaningskosten omdat de administratie een rommeltje was. Maar uit huis gezet worden? Dat nooit.

Ooit las ik een onderzoek. De meeste klanten van de schuldsanering zijn tweeverdieners die boven hunn stand leven. Geen bijstandsmoeders met een krediet om de schoenen van de kinderen te financieren, maar de leasebak rijders met een lening bij 'goedkoper vind je nergens' en 'badkamer.goodkoop.nl'.
Ik was een bijstandsmoeder. Nu ja, een WAO-moeder. Ik had weinig geld, maar kwam ervan rond. Liep achter, at droog brood, werkte wat bij en liep weer gelijk.

Is 'dat gebeurt ons niet' al te makkelijk gezegd?
Ben ik anders omdat ik denk te weten hoe de wereld in elkaar zit?
Omdat ik weliswaar aankopen doe van geld wat nog moet gaan komen, maar dat dan ook weer braaf terugbetaal?
Misschien wel helemaal niet.
Misschien ben ik wel net zo hypocriet als al die andere 'rijken', de zogezegd ruimdenkenden, de burgerlijken, die neerkijken op alles wat niet sparen kan.
Is 'leen dan niet' niet wat al te kort door de bocht?

Maar toch, als ik naar de buren kijk dan ben ik trots.
Trots omdat ik, wij, ondanks alles, nooit zover gekomen zijn.
En omdat ik, ondanks, of misschien wel, dankzij alles, heilig geloof dat we er nooit zullen belanden...

dinsdag, augustus 21, 2007

Vragen staat vrij.

In het kader van 'De brutalen hebben de halve wereld', 'Vragen staat vrij' en 'Nee heb je en ja kun je krijgen' schreef ik een email aan mijn oude psycholoog.

Ik ben al een tijdje niet meer onder behandeling bij iemand en beschouw mezelf als redelijk normaal.
Nu schrijf ik haar een keer in de zoveel tijd een emailtje met een update en kom wat op de thee om bij te kletsen. Ze vertelt over haar man en zwangerschap en ik wat over de hond en de verloving en we hebben het samen erg gezellig.

Maar van de laatste enthousiatse reactie op mijn vraag 'Heb je binnenkort tijd voor thee' raakte ik toch wat in de war.
Hoe zit dat, met vriendschap?
Gebeurt dat zomaar?
Hoe bouw je dat op eigenlijk?
Is dit wel vriendschap, of is dit gewoon 'ik vind het interessant om te weten hoe het met mijn ex patienten gaat'?
Kan je uberhaupt een vriendschap hebben met een (ex)patient?

Ik, die door de jaren heen diverse vrienden had maar die, op een paar uitzonderen na, eigenlijk allemaal via mijn partner of mijn vereniging kwamen, heb eigenlijk helemaal niet zo'n idee hoe men dat doet, vrienden maken.
Ik ben van het 'ik zie wel' type, wat afwacht tot de ander belt. Wat heel naar is, want als je zelf niet belt, gaat de ander je dus echt niet bellen.
Niet dat ik een tekort heb aan vrienden hoor, of aan mensen om me heen. Ik onderhoud ze alleen niet zo goed.

Ik werd heel onzeker van mijn aankomende bezoek aan K.
Kon ik dat wel vragen , van die thee?
En als ik dat kan, kan ik dan ook de volgende keer om thee in de stad vragen? Of kraamvisite? Of is dat niet gepast voor ex-patienten?

Dus schreef ik een brief.
Naast de brieven die ik ooit schreef om aan diverse mannen duidelijk te maken dat ik ze weliswaar heel lief vond maar toch geen relatie met ze wilde was dit toch wel de moeilijkste brief in tijden.
Wat was de basisschool toch makkelijk, toen je nog gewoon kon vragen 'wil jij mijn vriendinnetje zijn' en je verder nergens over na hoefde te denken. En hoe zet je dat in hemelsnaam om in woorden?
Hoe leg ik uit dat ik duidelijkheid wil, dat ik van haar een antwoord wil om mijn eigen onzekerheid te sussen, omdat ik daar zo slecht tegen kan. Dat ik bang ben te veel te vragen, te ver te gaan, of, aan de andere kant, een potienteel prettige vriendschap te beeindigen nog voor hij is begonnen.
Ik wil grenzen, duidelijkheid, een marge waartussen ik mij op het relationele vlak kan bewegen.
Bij voorkeur iets als 'een keer in de twee weken thee' of 'om de dag bellen', maar dat kan nu eenmaal niet.
In deze wereld wordt tachtig procent van het leven geleid door non-verbale communicatie en verborgen agenda's, of mensen dat nu doorhebben of niet. En ik ben daar zeer slecht in.

Ik schreef haar, nee, vroeg haar, of ze mij kon vertellen waar onze relatie -als heb al zo genoemd kan worden- heen ging. Of ze bezwaar zou hebben tegen 'meer', alhoewel ik niet goed kan aangeven wat ik met dat 'meer' dan precies bedoel. Eigenlijk vroeg ik dus of ze voor mij, in dit ene geval, de lijntjes wil schetsen waartussen ik mag kleuren. Om mij een plezier te doen, om me minder onzeker te maken. Met het risico dat ik met deze brief zo brutaal overkom dat ik de eventueel oogluikende relatie teniet zou doen. Maar ik wil het zo graag weten.

Ik heb geen idee of ze antwoord geeft.
Of wat dat antwoord dan zou zijn.
En of ik daar blij mee zou zijn, of zelfs maar minder onzeker.

Vragen staat vrij.

Maar goed dat ik de email nog niet verstuurd heb...

Op tijd.

De zon ging onder in een roodgouden gloed en ik reed met een mooie jongen de vergetelheid tegemoet.
De zon ging op in een zilveren wereld en ik rekte me uit bij vogelenzang.
Het was midden op de dag en ik speelde met de kinderen in de speeltuin.
En de telefoon ging. Of het alarm. Nee, de wekker..

Waar de droom precies over ging of wat voor doel zij had is me totaal onduidelijk.
Waarom ik zo belachelijk vroeg opsta om mijn vereniging een plezier te doen al evenmin...

maandag, augustus 20, 2007

Moederlijkheid.

Ons pupje werd zes maanden en moest gesteriliseerd.
Of nu ja, gecastreerd, daar geen dierenarts doet aan 'echt' steriliseren en maar meteen de hele mikmak verwijdert.
Ik bracht haar om elf uur, en haalde haar al om twee uur weer op. Waar mijn andere honden ietwat suf waren sprong ons meisje direct tegen ons op en ook van enige misselijkheid met eten bleek ze geen last te hebben. Nu heeft ze normaal gesproken al haar bak leeg voor je je omgedraaid hebt om je schoenen te pakken, dus over die eetlust maakten we ons niet echt zorgen.

Tot gisteren.
We waren bij het huis van schoonmama geweest om ons vakantievervoer Ducky terug te brengen en wat plantenbakken te fabriceren uit een grote plaat hout. Maylinn vind het geweldig daar, grote bergen zand om in te graven -je bent van oorsprong mollenvanger en jachthond of niet-, een weiland met koeien die eigenlijk banger zijn voor haar dan zij voor hen maar wat zij nog niet doorheeft en vooral een heel groot erf om over rond te rennen. Dat rennen mocht ook weer, zo twee dagen na de operatie en zou mooie afleiding zijn. Maar eenmaal thuis bleek haar wondje toch te lekken.

Niet echt open, maar een beetje lekkend. En wat lekt, daar moet gelikt worden. Veel gelikt. En dat mocht nu juist niet.

Nu heeft mevrouw een kraag.
Zo'n mooi plastic ding om haar hoofd waarmee ze theoretisch niet bij de wond zou kunnen komen. En mevrouw vind het niets.
Ze loopt tegen de tafel op, snapt niet hoe ze op een botje moet kauwen nu ze het niet mer haar pootjes vast kan pakken en kijkt mij aan met uiterst zielige ogen alsof ik persoonlijk de oorzaak ben van al haar ongemak.

Het is beter voor je, zeg ik, en knuffel haar.
Geef nog maar een snoepje, om mijn eigen slechte geweten af te kloppen.
Overlaad haar met aandacht omdat ik niet wil dat ze mij enkel ziet als degene die haar de kraag omdeed maar ook als het lieve baasje wat ik gisteren nog was.
En krijg als reactie een zielig piepend hondje in de hoek van de kamer, die zich overduidelijk miserabel voelt.

Ik weet het, dit is onderdeel van het volwassen zijn. Je kinderen iets naars aandoen omdat het beter voor ze is, omdat de dokter zegt dat het moet, en je daar niet rot en onzeker over voelen.

Maar o wat is het moeilijk...

dinsdag, augustus 14, 2007

Groeicapaciteiten.

In het kader van het milieu en de financiën besloten Nanne en ik om één van de twee auto's weg te doen. Hij gaat met de brommer naar zijn werk en ik rij voornamelijk in de stad dus daar hebben we er helemaal geen twee voor nodig. Om te kijken welke van de twee er het best aan toe was brachten we ze beiden naar mijn garage die dan na wat speurwerk tot een deskundig advies zou komen welke auto het best voor het milieu, het zuinigst voor de portomonnee en de langst levend zou zijn.

De garage meldde dat beide auto's op het punt van sterven stonden.
Mijn mooie Taya moest voor meer dan duizend euro onder het mes en Nanne's opel kon pas na een injectie van ettelijke honderden weer veilig door de APK en de weg op.

Nu wilden wij toch al een nieuwe auto.
Nog niet gelijk, maar als ik zwanger zou zijn.
Mijn ervaringen met Lyka en mezelf dubbelvouwen als je met kind en autostoeltje een auto zonder achterdeuren in wilt lieten mij achter met een sterke drang naar een voertuig met meer dan genoeg deuren. En ons beiden kilometervreters hadden er maar twee.

We vroegen wat rond, spraken met de garage en keken op internet.
De garage had wel wat, elf jaar oud, groot en met genoeg ruimte om zeker drie kinderen en de hond erin te proppen. We overlegden nog wat, bekeken de mogelijkheden voor trekhaken en het inruilen van onze oude auto's en maakten een afspraak voor een proefrit. De proefrit was een succes, ik ben zeer positief over het gebruik van stuurbekrachtiging daar ik zo niet meer met mijn hele lijf aan het wiel hoef te hangen om in te parkeren en we namen met een positief gevoel afscheid van de garage.
Nadat we de verzekering belden en erachter kwamen dat grote auto's helemaal niet zo heel duur zijn in verzekeren als je maar genoeg schadevrije jaren hebt zeiden we definitief 'ja' tegen de garage.

Volgende week is hij klaar.
Hij -wonderbaarlijk hoe de grootte van iets bepaald of het een jongen of een meisje wordt- gaat Tyko heten en heeft een mooi Tylani kleurtje: zwart.
En dus kunnen we op vijfentwintig augustus pronken bij de Efteling met ons nieuwe speeltje. Met airco, op drie manieren verstelbare stoelen, centrale deurvergrendeling en alarm, elektrische ramen en buitenspiegels, stoelverwarming en kooiconstructie.

Dat de auto in ruil voor dat alles een slagschip is van vier meter tachtig lang.. mwah, dat is bijzaak. Voor kinderen koop je immers alles op de groei...

Weer terug.

We zijn al een week thuis.
Het huis is nog steeds niet helemaal zoals het zou moeten zijn en alle half uitgeruimde tassen staan in de kamer van Lyka, als we ze niet zijn ergeren we ons er niet zo aan is het idee. Jammer alleen dat ze zo ook stukken minder snel uitgepakt worden. Maar ja, Lyka is nog op vakantie met Papa P., dus wat geeft het.
Nanne werkt weer, in ga straks voor het eerst in vijf weken weer naar de vereniging en hoewel ik morgen pas echt met werken begin werk ik vandaag maar vast de lading emails door die nu eenmaal meekomen met twee weken de boel de boel laten.

Als de zon nou maar scheen, dan zou ik vast wel zin hebben in dat alles...