vrijdag, december 28, 2007

Oud.

Een vriendin had kaartjes over voor het Kerstcircus in Ahoy.
Vier kaartjes.
Wij, Nanne, Lyka en ik, bestaan maar uit drie mensen en dus zochten we er eentje bij.
Na wat vruchteloos vragen bij familie en vrienden -circus is zó niet 2007- besloten we Lyka te laten besluiten wie van de kinderen uit haar klas ze wel mee zou willen nemen.

En zo zaten wij -met dank aan Nanne's telefoon, die alle gebelde nummers van pakweg het laatste jaar onthoudt- vanmorgen in de auto met de tienjarige M. en Lyka op de achterbank.

Het was gaaf.
Ok, het was niet wat ik me herinnerde -achttien jaar geleden was ik er ook-, en mijn idee over zeeleeuwen, pinguins en olifanten in een circus zijn ietwat veranderd in de afgelopen tijd maar toch was het gaaf.

Maar jeetje, wat kunnen kleine meisjes giebelen.
Wat kunnen kleine meisjes heel veel giebelen.
Wat kunnen kleine meisjes heel hard giebelen.
Zo hard giebelenden wij echt niet hoor, vroeger...

Nachtelijke onzin.

Ik droomde van Hem.
De naamloze ex.
De jongen met de losse handjes.
De man wiens herinnering ik zo vrees dat ik zijn naam vermijd en zelfs anderen die zijn naam dragen meerdere streepjes achter krijgen.

In eerste instantie ging de droom over iets heel anders, over meerdere andere dingen zelfs, en natuurlijk kan ik me van geen van al die nog herinneren wat ze waren. Duidelijk onbelangrijke, triviale zaken.
Ik kwam uiteindelijk de lift uit van het gebouw waarin ik me bevond en was bijna voorbij de dubbele deuren toen daar was: hij. In de lounge, waarschijnljik omm van of naar de sportschool te komen waarvan het randje van mijn geest zei dat die in hetzelfde gebouw gevestigd zat.

(Bijzonder is dat trouwens, ik heb al in geen drie jaar mijn ogen ook maar in de buurt laten komen van zijn gestalte, geen foto, geen één van de keren dat ik hem in mijn nabijheid moest dulden voor ik de regio uit vluchtte heb ik gewaagd een blik verder te werpen dan in een circel van ongeveer twee meter om zijn lichaam en toch wist ik bij het zien van schoenen en een pet meteen dat hij het was. Zelfs nu, in de herinnering van de droom is alles van dichtbij aan hem vaag.)

Ik rende terug het gebouw in en ben op de een of andere manier ontsnapt. Wat ook al iets raars is, dat ontsnappen, daar ik betwijfel of de naamloze mij daadwerkelijk iets zou aandoen in het bijzijn van een batteljon sportschool jocks, maar angst is zelden rationeel.
Er begon een bizar spel van ik en mijn Taya en hij en zijn BMW.
Ik reed rondjes door de stad, terwijl ik eigenlijk nergens naartoe ging.
Het leek of ik hem opwachtte, net niet hem opzocht, maar wel daar reed waar hij zou kunnen zijn, alsof ik iets wilde bevestigen. Wat ook al raar is, daar hij ook in een auto reed en het te betwijfelen valt dat hij ook doelloos door de stad zou toeren.

We kwamen elkaar tegen.
Eerst op dezelfde weg, waar hij mijn auto herkende aan de o zo duidelijke graffiti.
Dat ik me zelfs in de droom afvroeg hoe hij dat wist, omdat Taya van na het Gat in Tijd is en hij dus geen idee heeft hoe ze eruit ziet, mocht niet baten, en het is me ook onduidelijk of ik dat wilde.
Vanaf dat moment was er een onduidelijke film. Zo af en toe reed ik langs hem, of hij langs mij, en dan vluchtte ik me auto en al de stad uit. Waarna ik ergens stond te wachten tot hij voorbij zou komen, wat hij altijd deed.

In de volgende scene waren de auto's verdwenen en bevonden wij ons beiden in een speeltuin.
Of op het dak van het een of andere gebouw. Of in weer een ander gebouw.
Hij wilde praten en deed dat veelvuldig. Ik wilde weg en vluchtte weer, waarna ik weer stilstond en hij me weer vond. Hij vertelde dat hij in therapie zat, op een klein kamertje woonde omdat er naast werk en therapie nog maar twee uur overbleef ik de dag en hij toch niet meer nodig had. Hij zei dat hij het moeilijk had en dat, natuurlijk, alles aan mij te wijten was. Hoe ik kon dansen, kon lachen, terwijl hij zich rot voelde met hoofdletter R.
Ik keek met afstand naar de film waarin hij het huisje sloopte op de speeltuin, me niet eens meer verbazend over de kracht van de woede waarvan ik ooit dacht hem er vanaf te helpen en zag hem het meisje in de film slaan met een prullenbakdeksel, een stuk hout, of iets anders wat in de woede voorhanden was.
En ineens was hij dichtbij, zo dichtbij dat ik zijn ogen kon zien, als om te testen wat er nog aan chemie was tussen ons. Ik weet niet meer wat ik zag, of ik pijn dag, of woede, of verwrongen liefde, zelfs nu is de herinnering aan alles aan zijn lijf vaag en onduidelijk alsof mijn geest er niet naar wenst te kijken.
Ergens leek ik blij te zijn dat hij pijn had, het moeilijk had, zodat ik niet meer de enige was met angsten en problemen. Zodat hij op de een of andere manier geboet zou hebben, zou lijden, onder wat er tussen ons was gebeurd.

Ik belde de politie, diverse malen zelfs, om te vertelen wie hij was en dat hij me steeds opzocht en hoewel de lieve agenten me erg terwille waren en beloofden iemand langs te sturen werd ik niet gered. Waarschijnlijk omdat ik in eerst instantie niet wegging maar verkoos te wachten, te wachten of hij me zou zoeken, me zou volgen. Om te kijken of ik zijn verdorven aard niet zou hebben ingebeeld. Een bizar soort zelfdestructie.

Uiteindelijk werd ik wakker, niet gevlucht, ongered, ik werd zomaar wakker.

Iets zegt me dat er misschien ooit een moment moet komen om hem uit mijn hoofd te bannen.
Dat ik, na zoveel jaren, misschien moet gaan leren dat de Naam of zelfs zijn gestalte geen angst uitstraalt en dat ik vanaf nu mag gaan leven in een bangvrij leven.

Tot dat moment zich aandient blijf ik hem en alles aan hem negeren, ontwijken.

Het enige wat ik me nog afvraag is: als ik zo hard probeer om alles aan de Naamloze te vergeten, waarom schrijf ik er dan in hemelsnaam een logje over...?

Sommige vragen blijven onbeantwoord...

donderdag, december 27, 2007

Kerstpakket.

Mijn vriendje mag met zijn werk gaan skieën in Oostenrijk.
Gratis.

Hij mag Skieën in Oostenrijk.

Ik ben zoo jaloers...

zaterdag, december 22, 2007

Ziek.

En ik had nog wel zo gezegd dat Nanne zijn beestjes met het grofvuil van gisteren mee moest sturen...

maandag, december 17, 2007

Altijd wat?

Van rechts was daar ineens die auto...

Tyko is stuk.
Zo erg stuk dat ik niet eens meer rijden kan.
Zelf zo heel erg kapot dat het de vraag is of de verzekering nog betalen wil voor de reparatie ervan.
En het was echt niet mijn schuld, niet eens een beetje.

Ben ik eindelijk gewend aan mijn nieuwe vervoer...

Het schijnt overigens dat zelfs 'normale' mensen (=lees: mannen) zich rot voelen over het mogelijke verlies van hun wheels, en dus hoef ik me in het geheel niet schuldig te voelen over mijn chagerijnige huilbuien.

donderdag, december 13, 2007

Rhesi en de boom.

Wij hebben een kerstboom.
En kerstlampjes om het raam, sneeuw op de ruiten en klokken aan het plafond, maar het gaat om die kerstboom.

Mooi groot is ie.
Nieuw ook, een mooi groen,
Nét echt.
Er zit bijna twee uur werk in, met mooie ballen en lampjes.

En wij hebben een katertje van twaalf weken.

Het is wonderbaarlijk wat men met een plantenspuit kan doen.

Snelheid is relatief.

Als je heel hard werkt dan kan het verenigingsgebouw best wel in twee uur schoon.

En dat allemaal voor vier tuc'jes.

Ik heb een vreemd soort geest...

zondag, december 09, 2007

Mannelijk.

Wij waren bij de opnames van Thank God it's friday van de Vara.

Aldaar: Bearforce 1
Met een kersthit.

Homo's met haar.
Dansend.
Met kerstmanmutsen.
En plastic spuitsneeuw.

Het begrip 'boyband' krijgt ineens een hele andere betekenis..

Drie kwartier sight-seeing.

Zondagochtenden krijgen een heel andere dimensie als je wilt parkeren in een honderd jaar oude, multiculturele maar zeker niet op auto's ingestelde wijk in Den Haag...

woensdag, december 05, 2007

Gezinsuitbreiding.

Fychain Rhesi.

Ons nieuwe katertje.
Elf weken oud, klein, speels en nu al gek op Maylinn.
Dat belooft wat voor de gordijnen...

zondag, december 02, 2007

Surplus.

Voor de sinterklaasviering met Nanne, Lyka, surprises en schoonzusje M. bij de bakker op de markt anderhalve kilo echte kruid- en pepernoten kopen. Niet van het supermarkt soort waar je ruiten mee kunt ingooien of die na een half uur al oudbakken zijn, maar van die echte, die lekkere, die goeie.

Waarom ik nog de moeite nam om avondeten te koken is me totaal onduidelijk...

Perspectief.

Ik kan nu in ieder geval weer minder gaan eten...

Ik heb in ieder geval een positief punt gevonden in mijn hernieuwde rookverslaving.
Dat het enigszins eetgestoord is moeten we maar even door de vingers zien...

Gebedje.

God, ik geloof niet in U.
Maar stel nou, stel, dat U bestaat, of één van uw vriendjes, die opperwezenachtig ergens daarboven zitten, laat mij dan alstublieft morgen weer mezelf zijn.

Grote sterke Tylani, here I come.

Ik rook weer.

En voel me een trut, een waardeloze nietsnut.
Een ongediciplineerd stuk onbenul.

Die bijna twee weken opboksen tegen allerhande narigheid en het toch volhouden om niet te roken lijken in het niets te zijn weggezakt.
Niets meer op om trots te zijn, enkel nog maar verdriet en narigheid en gebrek aan zelfwaardering omdat ik weer begonnen ben.

Ik weet wel dat dit een keuze was.
Geen 'spur of the moment', geen noodzaak tot roken of zin in een sigaret en een moment van zwakte, nee, een keuze tot het stoppen van mijn toestand van instabiliteit. Een weloverwogen keuze om weer te beginnen, om het stoppen te hervatten op een later moment, een goed voorbereid moment. Dat zelfs mijn huisarts me dit aanraadde.
Ik weet ook wel dat ik trots mag zijn.
Dat ik ondanks alles, mijn huilbuien, chagerijnige buien en neigingen tot zelfdestructie, toch gestopt ben gebleven. Dat twaalf dagen aan depressie grenzende hopeloosheid uitzitten best een hele prestatie is.
Ik weet ook wel dat ik niet kan verwachten dat een halve dag weer roken er er voor zou zorgen dat ik weer grote sterke Ty zou zijn. Dat zoiets tijd nodig heeft, dat ik moet herstellen, hoe vreemd dat miscshien ook klinkt.
Ik weet het allemaal wel.

Maar toch voel ik me zwak.

En O wat ben ik bang.
Bang voor de blikken en oordelen van anderen.
Voor de zin "wat jammer..." en de blik vol medeleven waarin ik enkel een bevestiging van mijn eigen zwakte zie.
Bang dat niemand het begrijpt.
Dat niemand zag wat mijn gevecht echt inhield, hoe zwaar het was, hoe zo veel zwaarder dan gemiddeld mijn dagen waren, zowel voor mij als voor Nanne.

Wat zou het heerlijk zijn als ik kon ophouden voor anderen te denken en voor één keertje gewoon blij zou kunnen zijn met wat ik gepresteerd heb, hoe kortstondig het ook was...

Ik doe mijn best.

zaterdag, december 01, 2007

KinderVISie.

Lyka bouwt Mii's (haar vissen) op onze Wii.

- Lyka tegen Nanne: "Wat voor haar hebben vissen?"

Nanne: "Geen. Kaal."

- Lyka: "Maar dat ziet er stom uit, een kale vrouw. Ze moeten wel haar hoor."

Nanne: "Het zijn vissen, lieverd."

- Lyka: "Nou en?"

...

vrijdag, november 30, 2007

Jaloers.

Conversatie tussen vriendje en vriendinnetje:

- Jij staat vast buiten met je stinksigaretten.

Ik sta nu buiten met koffie.

- Ja, maar jij belt mij alleen als je pauze hebt.
En als je pauze hebt dan sta je buiten.
En als je buiten staat ga je stinksigaretten roken.


Ik heb binnen helemaal geen bereik, ik moet dus wel naar buiten als ik jou wil bellen.

- Dat bedoel ik!
En dan ga je sigaretten roken, en koffie pakken, en dan roken en als je dan uitgerookt bent is alleen de koffie nog over zodat je tegen mij kunt zeggen dat je niet buiten staat met je stinksigaretten.


...

- Zie je, onwrikbare logica, die logica van mij.

Concentratie.

Dat klaverjassen, dat blijkt ook online te kunnen.
Waarmee de kans dat het vrouwenteam de volgende keer wint duidelijk omhoog gaat.

Ik heb nog maar elf onbeantwoorde emails die ik dit uur af moet maken...

Oorlog.

Misschien word het tijd dat ik een extra log begin. Dan hoef ik u niet steeds lastig te vallen met mijn gezeur over mijn stoppoging. Maar misschien vind u dat wel helemaal niet. Hoe dan ook, dat extra log dat is er nog niet, dus ik blijf u nog even lastigvallen. Als u er een probleem mee geeft, nu ja, dan gilt u maar.
Goed. Belangrijker zaken.

In the "war on sigarets" is het laatste nieuwigheidje dat ik advies vroeg aan Henk, mijn allerliefste huisarts. Henk kwam tot de volgende conclusie: kauwgom en pillen. En anders maar weer beginnen met roken en gaan sparen voor nog meer pillen bij een tweede stoppoging.

Ik voel even de noodzaak om u wat uit te leggen. Ergens dringt zich aan mij de gedachte op dat u nu gedachten heeft als: "Pillen? Kauwgom? Is dat niet een beetje overdreven?" Ik zou even stil kunnen blijven staan bij mijn aan het ziekelijke grenzende, niet aflatende neiging tot het invullen van andermans gedachten, maar dat zou de neiging tot uitleggen en duidelijk maken niet onderdrukken en dus vertel ik het maar gewoon.

De uitleg dus.
Het schijnt dat nicotine iets doet met je dopamine huishouding. Zelfs als de nicotine van je laatste sigaret allang je lijf uit is (dat duurt naar verluid ongeveer twee dagen). Je dopamine spiegel moet dan zichzelf gaan huishouden, en is daar redelijk belabberd in. Lang niet gestofzuigd, weet niet meer zo goed hoe het moet, kijkt niet in de hoekjes, dat idee. Het resultaat: stemmingswisselingen.
En, om het allemaal leuker te maken, als je nu gevoelig bent voor of de dopamine of de stemmingswisselingen, hele érge stemmingswisselingen.
Of nu ja, dat zegt Stivoro.

Hoera!
Ik ben niet gek, ik ben gewoon gevoelig!
En er zijn mensen die eerder hebben gehoord van dat waar ik last van heb, ik ben niet de enige!

Maar goed, dat hernieuwde inzicht helpt me niet van mijn huilbuien af, noch van het allesoverheersende gevoel nooit meer gelukkig te zijn. En dan heb ik het nog niet eens over zekere zelfdestructieve gedachten die te pas en te onpas door mijn hoofd lijken te zwemmen. Van niet-roken word ik duidelijk erg labiel.
En dat was nu precies wat ik niet wilde, want die stoppoging moest het wel uithouden.

Nog even over dat 'labiel' en in het kader van mijn ziekelijke invulgedrag; ik wil dan wel dat zo weinig mogelijk mensen weten hoe ik me écht voel. Ik moet wel een beetje 'grote sterke Ty' blijven lijken. Maar ik wil wél dat duidelijk is welk gevecht ik voer. Ik wil wél begrip. En vooral: credit. Dat men niet denkt dat het allemaal maar makkelijk is. Ik wens waardering voor mijn niet aflatende gevecht tegen de sigaret en mijn emoties.
Zonder iemand feitelijk iets te vertellen, dat dan weer wel.

Terug naar de stoppoging.
Ik wilde de grens weten, de regels. Ik wilde weten wanneer ik profijt zou gaan zien van mijn gevecht. Het moest het wel een beetje waard zijn, er moest een balans zijn tussen mijn labiele ik en dat wat ik daarna zou hebben. Ik zocht iemand die me bij voorkeur de dag en tijd zou vertellen dat het allemaal over zou zijn en ik weer mijn oude zelf zou zijn.


En zo komen we weer terug bij Henk, die me met een beetje geluk de weg zou wijzen naar verlichting en het 3 stappen plan zou uitdelen. Nou bleek dat natuurlijk tegen te vallen.
Die verlichting bleek vooral te bestaan uit langer op de tanden bijten. Maar dat ik niet alles zonder hulp hoefde te doen, dat vond hij dan weer wel.
Gezien het feit dat ik van de nicotinepleisters aanvallen van gruwelijke misselijkheid kreeg was zijn stap 1: nicotinekauwgom. Beter doseerbaar, makkelijk toepasbaar, minder misselijkmakend. Zijn stap 2 was het geven van een doosje slaappillen, zodat ik (en vooral Nanne) niet ga lopen spoken als de emoties hoog oplopen maar gewoon braaf in mijn bedje blijf. Dat hele pakket ga ik zo een week of wat proberen en als dan nog steeds blijkt dat ik een ongeleid projectiel van emoties ben dan is stap 3 dat ik weer gewoon begin met roken. Dan kan ik zo begin 2008 met Nanne samen stoppen, en dan al voor het stoppen beginnen met peperdure medicijnen zoals Zyban, die al die ontwenningsverschijnselen en stemmingsstoornissen moet gaan opvangen.

Zo.
Is dat een mooi plan or what.

En ondertussen ga ik gewoon verder.
Nine days, twenty hours and thirty minutes.
Nine days, twenty hours and thirty-five minutes.
Nine days, twenty hours...

donderdag, november 29, 2007

Babykamer.

Die test, degene waar het ziekenhuis naar eigen zeggen zes maanden over zou doen en waar we dus voor maart volgend jaar niets van hoefden te verwachten, was negatief!

Ik heb geen enge mutaties!
Mijn genen zijn OK! (nu ja, dat niet helemaal geloof ik, ik dacht dat de arts nog iets zei over 'veelvoorkomende' en 'ongevaarlijke' en 'twintig procent van de mensen', maar ergens na de woorden 'de test was negatief' is mijn geheugen duidelijk haperingen gaan vertonen..)

Kom maar op met die kinders!

woensdag, november 28, 2007

Kat in de zak.

In het kader van mijn stopproject probeerde ik op advies van Stivoro en schoonmoeder de nicotinepleister.

[...]

Na een uur van irritatie en misselijkheid vraag ik me af waarom ik toch in hemelsnaam wél twintig sigaretten per dag kon roken en toch zo dodelijk misselijk word van een pleister met veertien miligram nicotine erin...

maandag, november 26, 2007

Vreemde liefde.

Jamie is verkocht.
Al een tijdje al eigenlijk, maar ik had eerder niet de tijd en de moeite of de zin om er iets over te schrijven. En het is rotweer, dus ik had hem ook nog niet zo erg gemist. Alhoewel dat laatste ook zou kunnen komen omdat ik niet meer in de berging ben geweest sindsdien.

Ik was -ondanks mijn grillige rijgedrag- aan mijn brommertje gehecht, en had aan de nieuwe eigenaren gevraagd goed voor hem te zorgen. Dat, en om mij tweehonderd euro te betalen, bovenop de kosten die ze zouden moeten maken voor het vervangen van de remmen en de accu, die meer dan een beetje stuk waren, maar een Revival is blijkbaar een dusdanig gaaf ding dat men prima bereid was dat te doen.

Ze kwamen uit Nijmegen om hem te halen.
En stuurden mij gisteren dit:

Hoi.
Met Jamie gaat het heel goed.
Ik heb hem voorzien van nieuwe rem blokjes en zeer goed gepoetst, wij zijn erg blij met hem, hij staat er bij als nieuw en hij rijd erg goed.
We vinden hem beide super gaaf en mooi en zal bij ons blijven als trouwe dienst.
We willlen jullie erg bedanken voor zo een mooie brommer.
We zijn er verliefd op geworden en waarderen hem heel erg


[...]

Tranen in mijn ogen.
Mijn Jamie heeft een goed nieuw huis gevonden...

Zo blij als een kind.

Ze belde af!
Ze belde af!

Geen vergadering morgen!

Dat God even weet dat hij mooi weer moet geven op de dag dat ik de hort op ga met mij en mijn camera.

Hobby.

In het kader van mijn werk voor de SABN krijg ik allerhande websites onder ogen. Zo ook eentje van project 8zorg, die iets doet met eetzorg en mantelzorg. Iets met meer aandacht ervoor, en dat is altijd goed. Ik las de site, en schopte Nanne om een vragenlijstje in te vullen over hoe vervelend hij mij vond en in hoeverre hij last ahd van mijn onhebbelijkheden met eten. Vulde zelf een lijstje in -meer zelfinzicht heb je nooit teveel- en zag bovendien dat er een verkiezing voor 'de beste mantelzorger' was.

Hè, das leuk, daar ga ik Nanne voor opgeven.
Niet echt met het idee er wat uit te halen, of zelfs maar genomineerd te zijn, nee, eerder omdat iedere naam extra meer bekendheid is, om mensen meer informatie te geven, wat te vertellen over hoe dat hier in huis gegaan is, iets bij te kunnen dragen.

En zo kreeg ik eind oktober een brief dat ik had gewonnen.

Ik had wát?!
Gewonnen? IK? Iets gewonnen?
De ik die niet eens een tekenwedstrijd won of een reep chocola en alleen wat kreeg als we meededen met bingo omdat je daar altijd prijs had, die ik had iets gewonnen? In een echte wedstrijd?

Nu ja, technisch gezien had Nanne iets gewonnen, en niet ik, maar ik had de inzending opgestuurd, de winnende woorden geschreven.

Maar goed, lang verhaal kort, -want ik wilde eigenlijk heel ergens anders heen met dit postje, bereid u dus maar voor op een lange lap tekst- Nanne kreeg een verwenpakket en een fotoshoot.
Hij mocht kiezen met wie en waar, dan zou er een professionele fotograaf komen om hem vast te leggen en daar mocht hij dan een grote afdruk van hebben. Hij koos mij in het gebouw van onze vereniging -handig, zo'n gebouw uit veertienhonderd, doet het goed bij fotografen- en gisteren was de dag van de foto's.

Om een uur of twee 's middags, na veel te weinig slaap -oja, we waren uitgeweest-, kwam na enig zoeken naar de juiste straat fotografe L. bij ons de kelder binnen stappen.
Mooi blond en gruwelijk maar prachtig mager (zouden ze bij 8zorg ook anorectische fotografen hebben uitgezocht of zou ze gewoon van zichzelf zo dun zijn?) zette L. een hele set op in de kelder van ons verenigingsgebouw. Lampen, reflector schilden, flitsers, meters, draden, de hele mikmak.

Ik had ooit zelf wat aan fotografie gedaan en bezit nog steeds een antieke Praktica spiegelreflexcamera in een heel smerige fototas, omdat ik uit geldgebrek al jaren geen foto's meer maakte, en was dus wel geinteresseerd in het hoe en wat en waarom van al haar speeltjes. Na anderhalf uur waren de foto's klaar -even over die foto's, heeft u enig idee hoe verschrikkelijk het is om model te zijn? hoe gruwelijk lang je in vervelende houdingen moet staan omdat het er dan beter uit ziet voor de foto? en dat we bovendien nog niet eens weten welke het eigenlijk gaat worden?- en bedacht ik me dat van geldbebrek nauwelijks meer sprake was als het ging om de belemmering om foto's te maken. Nu was dat geld niet het enige. Vroeger drukte ik al mijn foto's zelf af. Mijn HBO had een gruwlijke DoKa, met wel twintig vergroters voor zwart-wit foto's, gebruik van hun chemicaliën, en, veel belangrijker nog, een droogmachine. Nu ik niet meer studeerde kon ik daar moeilijk nog toegang tot claimen, alhoewel ik met een flinke dosis lef dat natuurlijk altijd zou kunnen proberen, en zou ik dus al mijn foto's bij een ander moeten laten afdrukken. Daar afdrukken weinig nog gedaan word van negatief -wie heeft er nog rolletjes in zijn camera?- en al helemaal niet in zwart-wit, is de prijs ervan nogal omhoog geschoten. Maar eigenlijk was het ook gewoon niet leuk. Bij fotograferen hoorde afdrukken. Vermoeiend als het was, de uren die het duurde (met een rolletje was ik makkelijk vijf tot zeven uur bezig), het was ook leuk, je zag het resultaat, je kon ermee klooien, en dat is nu precies wat ik er zo leuk aan vond.

Maar ja, eigenlijk miste ik het toch wel.
Ik wikte en woog en besloot uiteindelijk toch maar dat ik graag een rolletje wilde proberen.
Of een paar.
Maar niet meer dan twee.
Per maand dan, in ieder geval, om de kosten beheersbaar te houden.

De ervaring leerde dat als ik met camera en statief de stad in trok een rolletje sneller vol was dan ik het kon afdrukken.

Nu heb ik dus drie rolletjes, een batterij voor mijn belichtingsmeter -want die van de camera was kapot, wat wil je ook als je al dertig jaar oud bent- en wat bibliotheekboeken om mijn kennis over diafragma's en scherptediepte wat op te halen.
En morgen vergadering. In Enschede. En ben ik de hele dag van huis...

Update-je. (2)

Dat niet roken hè...

We waren uit.. Het was laat.. En gezellig.. En ik wilde niet weg.. En Nanne had het naar zijn zin.. En er was goede muziek.. (Klinkt het al als een regel vol excuses? Mooi zo.)

Ik heb één hele sigaret gerookt.
Zondag, om drie uur 's nachts.

Het leek een rationeel besluit, nu roken om niet van het gestress om te willen roken weg te moeten van de plek des verblijfs. Achteraf gezien was het meer een moment van zwakte, en de redenatie meer een excuus.

Maar, ik ben nog steeds, of eerder, opnieuw, gestopt.

Weet alleen nog niet zo goed of dat een compliment waard is of aan standje...

zondag, november 25, 2007

Geheimpje.

Klaverjassen is het soort spel dat naar mijn mening bij oude mannetjes past, een beetje zoals bridge bij vrouwen van middelbare leeftijd en de countryclub hoort.

Wat klaverjassen vooral niet is, is een spel wat ik vaak zou spelen. Of nu ja, dat dacht ik dus.

MIjn schoonouders kunnen klaverjassen, en omdat schoonpapa verder niet zo thuis is in andere spellen (dat wat ik en Nanne graag doen) werd klaverjassen het tijdverdrijf voor zondagavonden-die-wegens-het-rookverbod-gevuld-dienen-te-worden-met-iets-actievers-dan-alleen-kletsen. Ik had het spel in heel mijn leven twee keer gespeeld. Een keer met, jawel, mijn schoonouders, en een keer met een vriend die vond dat ik, omdat ik het nu eenmaal kende, de juiste persoon was voor een toernooitje. Beide keren waren lang, lang geleden.

Geheel tegen de verwachting in, of misschien juist niet, verloor het vrouwenteam gigantisch, ondanks, of juist dankzij, het feit dat ik tot vervelends toe om uitleg heb gevraagd en zowaar op het eind de juiste keuzes bleek te maken. De mannen hadden hun revanche, en iedereen een fijne avond.

Stiekem denk ik dat ik het niet eens zo erg zou vinden om wat vaker (elke maand ofzo, zodat het vrouwenteam met enige snelheid weer in de grafieken stijgt) bij mijn schoonouders te klaverjassen.

Zolang niemand dat te weten komt, dat is, men moet wat stereotype gevoelens overhouden...

vrijdag, november 23, 2007

Update-je.

Dat niet roken trouwens, dat hou ik nog vol.

Ik voel me geheel en al verstoken van alle geluk en goedheid in de wereld, heb bij vlagen het gevoel alsof ik nooit meer mezelf zal zijn en huil mezelf in slaap terwijl ik weet dat ik oermammoeten creëer uit minimuggen maar niets schijn te kunnen doen aan het gevoel, maar ik ben nog steeds gestopt.

Commited.

Ik had wat meer verstand van computers en internet dan mijn medewerkgroepleden.
Niet dat het complete digibeten waren, maar als er een website geëvalueerd moest worden dan wilden ze mijn hulp toch graag hebben.

Ik had de betreffende site gisteren al open gezet in mijn speciaal voor dat doel aangemaakte 'Tylani @ work' profiel, zodat ik me geheel en helemaal kon wijden aan werk en niet afgeleid zouw orden door mails, spelletjes en inspiratie voor logstukjes. Ik zou daar vanochtend even een uurtje achter kruipen en dan even een aanbeveling in elkaar klussen.

Na drie uur en negen voor- en achterkantjes met aantekeningen later heb ik toch maar besloten mezelf te laten afleiden met inspiratie voor een logstukje...

donderdag, november 22, 2007

Ongelijk.

Nanne ging ook stoppen.
Hield dat met moeite vol, en sjoemelde wat, maar stortte zich vervolgens weer vol overgave in het project dat 'gezonder leven' heet.

Nanne heeft ADHD.
Met het oog op het een en ander is hij gevraagd om aan een onderzoek mee te doen over Concerta, een medicijn waar normale mensen hyper en AHDH'ers rustig van zouden moeten worden.

Nanne mag van het onderzoek niet stoppen.
Het onderzoek meet, naast dingen als concentratie en chaos, ook je stressniveau en je algehel gesteldheid. En als hij nu stopt met roken dan kan dat de onderzoeksresultaten kleuren. Dus moest hij of stoppen met het onderzoek, of met stoppen.

Nanne rookt weer.
Buiten, niet binnen, niet eens op het balkon.
Niet in Tyko, niet naast mij, bij voorkeur helemaal niet bij mij in de buurt.
Hij heeft beloofd over zes weken, als het onderzoek is afgelopen, opnieuw te beginnen met ophouden.

Nanne is lief.
Maar o zo gemeen...
Nu moet ik helemaal in mijn eentje stoppen...

En natuurlijk had ik hem zelfs geadviseerd om weer te gaan roken. Onderzoek is eenmalig, goed voor de mensheid, duurt maar zes weken, dat soort dingen. Stoppen met roken kan over zes weken ook nog wel. Het zou mooi zijn als mijn gevoel dat ook zou begrijpen...

dinsdag, november 20, 2007

God Thyrin straft meteen.

Men moet geen vitrage aan touwtjes laten hangen als de gordijnroedes al een week binnen zijn maar je feitelijk te lui was om Nanne te vragen tijd vrij te maken om ze op te hangen...

Filosoferen. (2)

Waarom is iedereen zo trots dat ik gestopt ben?
Snappen ze dan niet dat dat zich nog moet waarmaken?
Zien ze dan niet dat dat nooit goed kan gaan?
Weten ze dan niet dat ik nauwelijks zelfdicipline heb?

Waarom kan ik zelf zo moeilijk trots zijn op twaalf uur?
Waarom ga ik er, stiekem, al van uit dat het me 'toch niet' lukt?

Ik ben benieuwd of mijn verwondering ook groter zal zijn als blijkt dat ik het allemaal wél kan.

Filosoferen.

De vereniging heb ik overleefd.
Ik zit nu op elf uur en vijftig minuten.
Terwijl ik dat opschrjf bedenk ik dat ik klinkt als een verliefde puber die telt hoe lang het nog duurt voor hij zijn vriendinnetje weer ziet.
Maar voor mij is het belangrijk.
De hele vereniging weet het, de hele mikmak. Het hoe, het waarom, het hoelang, de vorige stoppoging en dat die al mislukte binnen vijf uren, en waar ik wel en niet op kauw om maar niet te roken.

Ik begin ook een hoop filosofische onderwerpen aan te snijden.
Alsof mijn hersens ook vastzaten in de teer en nicotine, maar waarschijnlijk omdat ik aan alles wil denken behalve aan die ene sigaret.

Zo liep ik tegen de vraag aan: "Wie ben ik?"
Of liever, wie ben ik zonder sigaret?
Het klinkt als een rare vraag, een belachelijke zelfs. Met of zonder sigaret, het is niet zo dat je werkelijk anders bent, iemand anders wordt, als je stopt met roken. En toch dacht ik erover na.
Ooit had ik in een boek gelezen dat iemand met anorexia niet meer wist wie ze was toen ze ervoor in therapie ging. Haar leven was de anorexia, alles wat ze deed hing ermee samen, zonder dat had ze geen idee hoe haar leven eruit kon zien.
Vanavond, in Tyko onderweg van vereniging naar huis, voelde ik me ongeveer zo. Regels en lichaam en milieu en kinders konden me gestolen worden, ik wilde roken, ik wilde mezelf zijn. Ik zag mezelf zo veel missen.

In de zon relaxen op een mooi treinstationnetje.
Onder een boom in de Ardennen.
Wandelend met de hond door herfstkleuren.
In de auto met mijn favoriete muziek, heel hard.
Op de bank met thee en tijd voor mezelf.
Naast de kerstboom met warme chocomel, alleen in de ochtend.

Al mijn kleine geluksmomenten hebben een sigaret.
Altijd al gehad.
Is een geluksmoment nog wel geluk als je een deel eruit wegsnijdt?
Is tijd voor mezelf nog wel tijd voor mezelf als ik niet roken mag?

Tuurlijk, het went, alles went, het zal vast wennen.
Maar bij geluk zonder roken kan ik me even weinig voorstellen als bij een lichaam zonder littekens of niet kunnen nadenken.
Overdrijf ik nu verschikkelijk?
Waarschijnlijk wel.
Het is tenslotte 'maar' een verslaving.
Geen wezenlijk onderdeel van je leven.
Bakken mensen stoppen van de ene op de andere dag.
En net zoveel bakken mensen stoppen niet, of beginnen weer.
Waarom is er geen CAD voor roken?
Waarom kan ik daar niet voor in therapie?
Moet ik dat eigenlijk wel willen?
Twaalf uur en veertien minuten al.

Ik zit nog zo vol met van die gewoonte handelingen.
Arm naar de zijkant van de pc, daar waar de aansteker zit.
Thee maken en mijn tasje pakken, waar de shag, niet, meer in zit.
Het zal vast slijten.
Het heeft maar te slijten, want anders hou ik dit nooit vol.
En dan kan ik bovendien weer eens over iets anders loggen.

Ondertussen probeer ik zowel niet te roken als zo weinig mogelijk te eten.

Waar halen mensen in hemelsnaam het idee vandaan dat men stoppen met roken 'even' doet....

Koppig maakt ziek.

Die sticker op dat doosje met pilletjes-tegen-de-hoest zei duidelijk dat ik ze met de maaltijd moest innemen.

Maar ik moest zonodig eigenwijs wezen, zoals ik dat altijd ben. Ik had nog nooit een instructie tot de letter opgevolgd en dit zou zeker niet de eerste keer wezen. Bovendien, ik had drie uur daarvoor sinaasappelsap gehad, en dat viel vast wel onder de noemer 'ontbijt'. Daarbij was ik toch echt niet van plan om meer voedsel tot mij te nemen dan strikt noodzakelijk. Ze hebben maar rekening te houden met anorecten hoor bij die medicijn fabrikant.

Een halfuurtje na de pil begon ik draaierig te worden.
Tien minuutjes later kroop de misselijkheid omhoog vanuit mijn bekken.
Weer wat later belde ik vermoeid de assistente van de huisarts, met de vraag wat de te volgen koers was als je de eerste pil van je kuur er meteen weer uitgebraakt had.
Het bleek ook in de bijsluiter -die ik, geheel in mijn eigen eigenwijze stijl, nooit lees- te staan:
Klachten van het maag/darm kanaal (misselijkheid, braken) kunnen voorkomen worden door het middel tijdens het eten in te nemen

Zou een halve rijstwafel ook gelden als maaltijd?

Noot: Om zeker te zijn van de juiste werking heb ik mij in de vereniging bediend van dinsdag patat, dan kan geen pil zeuren over een gebrek aan bodemlaag.

5 uur rond.

Er zitten overigens nog veel meer nadelen aan dat stoppen met roken.

Ik durf niet met de hond te wandelen want dan kom ik buiten (en daar kan je rookwaar kopen) en bovendien pafte ik wat af tijdens de wandelingetjes met Maylinn.

Ik durf niet al naar mijn werk, want daar is een bar en aan de bar rookt iedereen. We verkopen dan wel geen sigaretten meer, maar minstens de helft van de vereniging paft en dus is er altijd wat te bietsen.

Ik durf niet achter de tv, want als er iets is waarbij ik ga roken is het hersenloos televisie kijken.

Ik durf eigenlijk ook niet achter de computer, want als is dat minder hersenloos, het is wonderbaarlijk hoe snel je leert typen met een peuk tussen je vingers -zeer goed voor je toetsenbord..- en ook dat deed ik veelvuldig.

Eigenlijk is het enige dat overblijft: de spelcomputer.
De oude dan wel te verstaan, want onze nieuwe Wii (jaja, wij bezitten sinds vorig weekend een heuse Wii met beweegbare, schudbare en wiebelbare controllers) hoef je maar met één hand te bedienen, en dus kun je met de ander roken.
Maar ja, om de SNES aan te sluiten moet de Wii eerst los en daar heb ik dus eigenlijk helemaal geen fut voor. En om eerlijk te zijn had ik toch al te weinig attention span om überhaupt een spelletje te gana zitten spelen.

Dient de vraag zich aan:
Waar doe ik dit eigenlijk allemaal voor?

Longen, dokters en toekomstige kinderen lijken heel ver weg...

4 uur, 45 min.

Ik probeer imaginaire rooklucht te verdrijven door bakken wierrook en geurkaarsen. Bijkomend voordeel, ik word er zo misselijk van dat ik niet eens meer wíl roken..
Ik zit achter de pc kauwend op kauwgom en een rietje, omdat ik nog geen lepeltjes heb en bovendien heel goed met kauwgom roken kan en er dus iets extra's bij moet.

En in al deze chaos is mijn voornaamste gedachte: Eten, eten, eten.
Geen: Roken, roken, roken.
Niet de drang om in de auto te springen naar de supermarkt of de BP.
Nee, het gevecht tegen al dat eetbare in de keukenkastjes.
Mijn drang naar een sigaret wordt duidelijk overschaduwd door de drang naar eten.
Logisch ook, want al het rookwaar ligt bij Nanne in de auto, en eten is hier gewoon in huis.

Ik ben er nog niet achter of dat gunstig is voor de stoppoging of enkel een uiting van mijn eetgestoordheid...

Hulp.

Plastic lepeltjes.
Bakken, nee, dózen vol met plastic roerstaafjes.

Dan heb ik in ieder geval iets om in mijn mond te stoppen...

Omslag.

Sinds vanmorgen tien uur ben ik gestopt met roken.
Iets met een hardnekkige hoest en een huisarts die zei dat het beter was.
Niet dat ik vanwege de hoest per sé moest stoppen, voor het nare gevoel was het zelfs begrijpelijk als ik zou blijven roken, slijm ophoesten is vele malen fijner dan een nare kriebelhoest. Ook moest ik verwachten dat de hoest, ondanks de pillen die ik kreeg voor mijn longen, in eerste instantie erger zou worden.

En feitelijk zouden Nanne en ik pas stoppen met roken als ik zwanger zou zijn, om de motivatie, en de kans op het slagen van de stoppoging zo groot mogelijk te maken.
Eerdere stoppogingen leerden mij dat ik redelijk zwak was aangelegd, en bovendien mijn gebrek aan sigaretterook ging compenseren met eten, en dat was nu juist wat mijn eetgestoorde geest niet gebruiken kon. En dus stopte ik niet.
Maar zat was ik het wel.
Dat roken, dat moeten.
Ik was er al achter dat het niet de nicotine was, ik kon op plaatsen waar niet gerookt mocht worden uren, zelfs dagen zonder sigaret. Nee, het was de gewoonte.
Het zien van de rook, het iets te doen hebben.
Ik was er op mijn twaalfde mee begonnen en heb bijna mijn hele leven gerookt, hoe raar dat ook klinkt als je pas achtentwintig bent, ik kan me een leven zonder niet goed voorstellen.
Maar ik wilde.
Ik wilde gestopt zijn.
Dat stoppen zelf, nee, dat niet. Maar dat erna, dat leek me wat.
Niet meer na het eten die sigarte moeten, niet bij de bushalte met je verkleumde vingers een sjekkie staan te draaien.

Hoe langer hoe meer stond het me tegen.
Ik rookte minder, en lichtere shag, en daar ook weer minder van.
Ik werd er zelfs misselijk van, van de rook van anderen, van hun -zwaardere- shag en zelfs af en toe van de mijne.
Maar ik rookte door.
Niemand kan beweren dat ik niet vasthoudend in mijn verslaving ben.

Hopelijk ben ik nu ook zo vasthoudend in het stoppen.
Maar jezus...

Wat moet ik in hemelsnaam doen de hele dag...?

zondag, november 18, 2007

Als we toch nog even bezig zijn...

omringd door mensen die het allemaal schijnen te begrijpen

Wat was ik heerlijk naiëf toen.
Mensen die de wereld begrijpen... Volgens mij zijn er daar maar heel weinig van.
De kunst is wie het beste is in het doen alsof...

Vooruitgang.

Om in de nostalgie te blijven -ik heb het nooit zo op de avonden als Lyka net naar huis is, meestal hang ik dan de hele tijd voor de televisie om mijn gedachten stil te krijgen, maar nu was er de doos en was ik toch al melancholisch bezig dus...- bekeek ik wat op mijn oude log. Het is nu een Engels log, omdat deze heb, of nu ja, omdat ik een andere had, die in Frankrijk liep, maar die ging stuk en... nu ja, om iets ingewikkelds kort te maken, ik heb nu deze.

Op dat Engelse log, waar ik zelden wat pen overigens, staan nog wel alle postjes van toen ik net begon met loggen. Ergens in 2003 was dat. En ergens daar stond dit:

Iedereen schijnt een doel in dit leven te hebben behalve ik. Ik snap niet wat ik met dit leven moet ik snap niet wat ik hier doe en wat ik met mezelf moet. Ik begrijp het niet, mezelf niet en de wereld niet en ik ben omringd door mensen die het allemaal schijnen te begrijpen, of in ieder geval doen alsof, en ik voel me de grote buiten staander, de blonde doos, want ik snap er allemaal geen kloot van...

Waarschijnlijk stond het symbool voor de fase waarin ik me op dat moment bevond, of de state of mind, want ander postjes uit dezelfde periode zijn gematigd positiever. Maar toch, veel ervan begrijpen doe ik niet meer.

Ben ik het ontgroeid? Het me rot voelen? De algehele malaise die ik vroeger -blijkbaar- zo vaak had? Of negeer ik het nu gewoon zoveel meer?
Ik kan me er niets meer bij voorstellen, geen leven hebben.
Ik heb doelen, een toekomst, een lieve verloofde, een trouwdatum, een geweldige dochter, vrijwilligerswerk, vrienden. Een deel van al die dingen had ik toen ook al.
Wat is er nu zo anders? Is er überhaupt iets veranderd? Af en toe heb ik het idee dat het enige verschil is dat ik nu ouder ben dan toen.
Slijt gekte?
Blijkbaar wel.
Of dan in ieder geval de mijne.

Soms zou ik willen dat ik mezelf begreep, de mezelf van toen, omdat het me nu allemaal zo wazig en depressief voorkomt en ik totaal geen beeld heb van hoe mijn dagen er toen uitzagen, wat ik dacht, wat ik voelde. Het heeft me toch gemaakt hoe ik ben, tenminste, als we de theorie aanhangen dat een persoon de som is van zijn ervaringen.

Nee.
Doe maar niet.
Nu is goed. Nu is fijn. Nu is duidelijk en redelijk ongecompliceerd.
Dan begrijp ik het maar niet.

Doos vol herinneringen.

Via wat omwegen -die in de praktijk uit enkel Papa P. bestonden- deed mijn moeder mij een doos toekomen.
'Ty' stond erop, Papa P. had desgevraagd geen idee wat erin zat en zo maakten Nanne en ik hem na Lyka's vertrek open om te inhoud te bewonderen.

Behalve een stapel oude Tina's en paardentijdschriften zitten er rapporten in.
Van de basisschool, en van de eerste jaren middelbare.
Eentje van mijn zwembrevet, tenminste, dat denk ik, want erg duidelijk staat het er niet op.
En inentings- en vervolgkaarten van het consultatiebureau.

Allemaal dingen die ik vroeger nooit had.
Niet dat ik treurde, als bleek dat vriendjes en vriendinnetjes wel tastbare herinneringen aan hun jeugd hadden, ik had immers zelf voor mijn isolement gekozen.
Behalve één fotoboek -een cadeau voor mijn tiende verjaardag en het verdwijnen naar jeugdinstelling nummer een- had ik niets van voor mijn veertiende. Wat oude repetitieblaadjes en een oud dagboek, maar daar bleef het bij. Ver weg onderin een la een klein rapportje van een oude jeugdpsycholoog, dat ik vooruit was gegaan, alhoewel het niet vermeld waarin.
Maar het maakte me niet zo uit.
Toen ik tien jaar geleden het contact met mijn ouders verbrak wist ik het nog niet, maar in de jaren die volgden schikte ik me in mijn keuze een soort van wees te zijn. Informatie te missen, niet te hebben.

Nu ik de rapportjes lees zie ik veel herkenning.
Ty in groep drie, in groep acht.
Er mist er eentje van groep zeven, want oja, toen zat ik in een instelling.
Ty is onrustig, vertellen ze. Heeft een wisselende werkhouding, weinig vrienden.
Is onzeker en vraagt veel aandacht. Is slim, maar slorig.
Het klinkt allemaal zo bekend, en zo dubbel ook, omdat ik deels Lyka erin terugzie.
Ergens ben ik blij dat ik ze heb.
Toch een stukje jeugd, wat van mij is, maar nu pas écht van mij is.

Aan de andere kant ben ik teleurgesteld. Verdrietig. Terwijl ik eigenlijk niet eens precies weet waarin of waarop.
Omdat ik inentingskaarten en babyboeken zou bewaren.
Omdat het een soort final act van losmaking lijkt, die dingen naar mij verschepen. Alhoewel ik betwijfel of mijn moeder dat zo ziet. Zien is niet haar sterkste punt, zelfs niet als het voor haar neus in een roze tutu rondjes danst. Dus eigenlijk moet ik me er niet te veel van aan trekken. En gewoon tevreden zijn dat ik ze heb, dat kleine beetje info over wie en hoe ik was toen ik nog te klein was om het zelf te weten. En daarbij, wat zeur ik eigenlijk over banden verbreken en definitiefheid. Ik hoef helemaal niet zonodig aan mijn jeugd herinnerd te worden. Mijn eigen final act was het wijzigen van mijn voor- en achternaam, en veel definitiever dan dat kan je het moeilijk maken.

Maar toch voel ik me, ergens, te kort gedaan.
Weggeschoven, onterft, weggegooid, vergeten.

En ik kan me nog steeds boos maken over die negen voor religie op dat rapport op het gymnasium. Die onaangekondigde S.O., en die acht, die ervoor zorgde dat ik geen tien stond op mijn eindrapport...

donderdag, november 15, 2007

Twee jaar na dato.

Há!

We zijn er eindelijk uit.

07-07-09 gaan we trouwen.

Dat u niet denkt dat we niets doen hierzo, nu we eenmaal verloofd zijn...

woensdag, november 14, 2007

De opmars van een balkje.

Nog even over dat balkje en zijn werkgroep: Tijdens het schrijven van dat postje van zonet ging ik op zoek naar wat linkjes om onder de text te plakken. Iets met de Inburgeringstest ofzo, en misschien ook even een link naar de Van Dale. En toen vond ik dit. Beurtbalkje.nl. Of we toch nog even allemaal willen meewerken aan de promotie van een woord. En in de rij bij de kassa met luide stem aan onze voorganger willen vragen of we het BEURTBALKJE mogen hebben. Een site waar we ons eigen balkje kunnen uitprinten, knippen en vouwen. Hij heeft heeft zelfs een kopje 'Internationaal'. Onder constructie, dat dan weer wel...

Halve/hele burger.

Wij zijn het al sinds voor ons samenwonen oneens over het te lezen krant. En dus doen we aan krant-uitproberen.
Op dit moment hebben we een tijdelijk abonnement op nrc*next, een beetje een yupachtige ochtendkrant met koppen die wat lijken op de metro, maar stiekem veel meer inhoud hebben. Of nu ja, dat mag nrc gaan bewijzen, daar we het ding pas sinds maandag in huis krijgen.

Voor in de krant staat een kopje 'next question', met een bijzonder soort vraag. Een beetje als de rubriek vraag en antwoord in een blad als Quest of Hoe Zit Dat, maar dan met wat meer sociale vragen in plaats van de 'hoe werkt de plasma tv'.
En daar kom je zo nu en dan best boeiende dingen in tegen. Onderwerpen die zeker een vermelding in de krant waard zijn en op zijn minst op zullen roepen tot discussie in de kantine. Zo was vanmorgen de stelling: Leg je het beurtbalkje vóór of áchter je boodschappen?

Dan blijkt er een werkgroep in ruste 'Over de Balk' te zijn, die in 2002 lobbyde om 'beurtbalkje' in de Van Dale te krijgen, waar het naar verluid inmiddels ook staat.
De vraag is of het niet neerleggen van een balkje achter je boodschappen kan overkomen als antisociaal, omdat dan degene achter je het moet doen, maar of je als je het wel doet niet in de wielen zou kunnen lopen van degene achter je indien die het wel zelf wil doen.

De woordvoerder van Van Dale gaat ervan uit dat men in het geval van het ontbrekende balkje er twee plaats, 'veiligheidshalve' aan de voorkant en 'fatsoenlijkheidshalve' aan de achterkant. Goed om te weten dat die voor mij dus niet fatsoenlijk was, anders lag er wel een balkje. Bij Appie hebben ze geen beurtbalkjes, daar zijn er, Van Dale of geen Van Dale, 'kassaband-dividers'. Appie wil graag anders zijn dan de rest, denk ik zo. De woordvoerder daar is van mening dat balkjes of dividers er gewoon al liggen en dat ze dus van mening zijn dat eenieder dat ding achter zijn boodschappen legt. Wel zo duidelijk voor de caissière.
Het balkje is zelfs onderdeel van inburgeringscursussen.
'Wie het waar neerlegt, is afhankelijk van je positie ten opzichte van de balkjes en de boodschappen', meldt een inburgeringsdocent. Als je er bij kan doe je het wel en anders niet.

Toch mooi dat ik even weet dat ik niet ingeburgerd ben, omdat ik soms balkjes bij een andere kassa jat -bij ons zijn ze altijd op- en er dan maar meteen een heel stel neerleg bij de mensen voor en achter me.

Maar ja, ik had ooit voor dat examen op tv dan ook maar een vijf komma drie...

maandag, november 12, 2007

Verwachtingspatroon.

Anderhalve week geleden de vitrage aangeschaft, gisteren Nanne geschopt om te helpen spelden terwijl ik probeerde het hele spul voor de avond genaaid te krijgen.
Wegens gebrek aan houten ophanghaakjes het met touw vastgemaakt, zodat we constant herinnerd worden die haakjes wel te gaan kopen. Plannen maken om het hele gedoe 's avonds naar één kant te schuiven, omdat we een rode kater van drie in huis hebben.

Vergeten het hele spul naar één kant te schuiven.

...

Thyrin heeft er niet aan gezeten.
Met nog geen nagel, geen miniscuul gat kan ik ontdekken in onze nieuwe zonwering.

Zou hij ziek zijn?

Schijnwereld.

Nanne en ik willen graag kinderen.
Ik wil zelfs al vier jaar lang (meer) kinderen.
Maar die komen er niet zomaar.
Zwager N. en schoonzusje M. hebben een erfelijke stofwisselingsziekte en Nanne is drager van datzelfde nare gen.
Ik moest dus getest.
Zo gingen wij in juli naar de afdeling Genetische Knappe Koppen van het Leidse Ziekenhuis en gaan die tot maart bezig zijn met uitzoeken of ik ook een foutje heb op mijn gen om zodoende de kans op zieke kinders minimaal te maken.

In de tussentijd heb ik nog steeds hetzelfde spiraalvormige anticonceptiestaafje en hoeven we nergens over na te denken. Ik ben wat jaloers op de buren die een gezonde zoon hebben, maar rationaliseer mezelf door te zeggen dat zes maanden op vier jaar wachten helemaal zo lang niet is, dat de gezondheid van het kindje altijd voorgaat en kijk vooral gewoon niet zo veel naar andere kinderen.

En toe was ik grieperig.
Van de prik, dacht ik, zoals elk jaar.
Dat ik misselijk was was een beetje raar, maar mijn lijf staat bekend om rare streken dus veel zorgen maakte ik me niet.
Toen ik na twee weken nog steeds misselijk was maakte ik me nog steeds niet echt zorgen. Het was irritant om geen thee te kunnen drinken, maar meer dan dat ook niet.
Tot ik overal gevoelig begon te worden.
En, terugdenkend, daar eigenlijk al wat langer last van bleek te hebben maar er gewoon niet eerder bij had stilgestaan.
(Toe nou, welke vrouw raakt haar borsten aan als ze haar bh aantrekt om te letten op de mate van gevoeligheid?)

En werd ik bezorgd.
Dit kan niet.
Dit kan echt niet.
Ik heb a. een spiraaltje en b. een spiraaltje en bovendien c. een spiraaltje.
Daar komen geen kindjes mee.

Toen ik de assistente van Henk, mijn huisarts, belde en haar het verhaal voorlegde belde Henk terug met de mededeling: Nihil.
Heel, heel, heel erg klein. Dat is de kans dat ik met dat ding in zwanger zou kunnen worden. Mooi. Einde verhaal, alles goed en wel.
Nee, want de 'klachten' bleven.
Ik was schijnzwanger volgens Henk

Schijnzwanger is iets wat voor kan komen bij vrouwen die in hun hoofd veel met zwangerschap bezig zijn. Dé manier om er van af te komen zou volgens de goede raad van mijn huisarts zijn:
Een zwangerschapstest kopen.
Als de schijnzwangere vrouw wordt geconfronteerd met het feit dat er toch echt niets zit daarbinnen, dan zou het wel over gaan. Althans, dat is de theorie.
Zodoende kocht ik een test. Doorstond de blikken van de vaste verkoopster bij de drogist en staarde er een half uurtje naar.

De test was, geheel voldoend aan de verwachtingen, negatief.

En ik ben teleurgesteld.

We willen nog geen kindje, eerst moet de genetische test vertellen dat ik geen enge ziektes heb, dus eigenlijk was dit kindje, dat er geheel theoretisch hypotetisch in potentie geweest zou kunnen zijn, enigszins ongewenst. Of in elk geval te vroeg.
Maar toch, vanbinnen, had ik het ergens wel fijn gevonden om nu al zwanger te zijn...

zondag, november 11, 2007

Wal, sloot.

Dat de -inval- schoonmaakhulp van thuiszorg ook daadwerkelijk dingen schoonmaakt is blijkbaar niet vanzelfsprekend.

Twee van de drie ramen aan de galerij zijn mooi schoon.
Of nu ja, schonér.
Of eigenlijk, op een niveau dat de huismeester niet gaat zeuren, maar niet echt wat men zou noemen 'schoon'.

Dat derde raam, wat duidelijk komt voordat de deur van de buren zich laat aandienen en bovendien aan de binnenkant versierd is met schilderingen die Lyka heeft gemaakt en die de betreffende hulp als het goed is elke week tegenkomt, dat is nog mooi grijs. Met bruine en zwarte randjes.

Ik weet niet wat me het meest ergert, dat de hulp zo slecht schoonmaakt, of dat ik het uit moed der wanhoop en tot pijnscheuten toe zelf over ga staan doen...

dinsdag, november 06, 2007

Downer.

Gewoon voor de lol, en eigenlijk ook wel om te kijken of mijn grammaticale gevoel nu echt afwijkt van wat de regels zijn, daar Nanne en ik nog steeds ideeën hebben over een tweetalige opvoeding, maakte ik wat online Engelse testjes.

Enige Engelssprekende vrienden noemden mij als kind al een 'native speaker', maar voor de zekerheid kijken of dat nog wel klopt zou geen kwaad kunnen.

Ik deed het prima bij de bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden, alhoewel ik in geen enkele taal precies zou kunnen zeggen wat ook al weer de regel was wanneer welk woord nu komt in een zin, en ook bij de voegwoorden had ik meer dan negentig procent zonder de regels daadwerkelijk door te lezen. Het verschil tussen 'also' en 'too' ken ik dan wel niet precies, maar uit het test kwam naar voren dat je ook zonder het precies kennen van regels blijkbaar makkelijk honderd procent goede antwoorden kunt halen.

Feitelijk hoef ik dus alleen nog maar wat Engelse slaapliedjes te leren en alle voorbereidingen voor de tweetalige opvoeding van onze in de maak zijnde kinderen is als goed als af.

Dus waarom, waarom, haal ik maar dertig procent als ik een test moet doen bij het gebruik van vijf verschillende vormen van 'even'?!

Alhoewel de vraag is hoevaak men 'even if's' en 'even whens' nu eigenlijk nodig heeft in het dagelijks taalgebruik tegen kinderen onder de zes...

maandag, november 05, 2007

Anticlimax?

Ik had zo'n verschrikkelijk enge droom.

En al wat ik me herinner is iets met beestjes, een bus, wandelen met zware rugzak omdat er geen bus was, en de toilletten schoonmaken...

maandag, oktober 29, 2007

Lijstjes.

We schreven al een tijd op een klein blaadje.
En eigenlijk werd het tijd dat we het lijstje eens uit zouden typen.
Zodat dat, uitgeprint en al, het nieuwe schrijfblaadje-bij-de-tv kon worden, daar waar wij tot de meeste van onze namen komen.

Wonderbaarlijk wat een verbanden men ziet als men in excel een lijstje op alfabet zet.

Iemand leuke theorieën waar de voorkeuren voor bepaalde beginletters vandaan komen?
En waarom ik, alweer, zoveel minder mannennamen heb dan vrouwen?

V

Arana
Arani
Aranka
Bryany
Bryony
Ciska
Floortje
Franka
Gillian
Gilly Ann
Gwendóllyn
Gwendólyn
Jaydi
Jilly Ann
Jodie
Kaylee
Kiana
Kyrian
Kyta
Kytari
Lesley
Lindi
Mara
Maran
Marit
Meran
Merlijn
Merlynn
Merran
Mette
Morgaine
Quinn
Quita
Sycari
Sycrini
Trillian
Wyla
Wylie

M

Arano
Bradley
Cisko
Fenno
Finian
Jurre
Keiran
Kito
Kyaran
Kyran
Kyriam
Kyrian
Kyto
Maikel
Merlijn
Merlin
Merral
Merran
Mette
Nageeli
Quinn
Sterre
Storm
Sylvian
Taran
Tarian
Tiko
Vito

(ps. sorry voor de lange lijst, maar ik scheen het maar niet voor elkaar te kunnen krijgen om de rijtjes namen braaf naast elkaar te laten staan...)

zaterdag, oktober 27, 2007

Stoffer.

Oftewel:
Hoe blij men een man maakt met een plumeau.

Hij is nu voor de tweede keer de boekenkast aan het nalopen.

donderdag, oktober 25, 2007

Kwestie van nabijheid.

Toen ik gisteren naar bed ging zat ik nog vol met vragen.
Als ik Nanne bestook met mijn 'wat als' gedachten -die meestal betrekking hebben op wat de ander van mij vindt- dan zegt hij altijd dat ik lief ben, en geweldig, en dat andere dat echt ook wel vinden.
Maar op verenigingsgebied moest ik dat toch echt zeker weten.
Dus belde ik M.

M. is mijn homovriend (raar woord.. als iemand een beter heeft hoor ik het graag) sinds jaar en dag en is ook actief bij ons aller vereniging. En is dus veel geloofwaardiger dan Nanne. Bovendien woont hij niet met mij onder een dak en heeft dus meer mogelijkheden tot eerlijkheid.

Na enige draaien en zeuren en eeuwig vragen of hij mij echt niet vervelend vond (god, wat wordt ik kinderlijk onzeker als ik ziek ben) vertelde M. mij precies wat ik al wist.
Dat ik minder voor een ander moet denken, dat ze heus wel vinden dat ik goed werk doe en dat als ze ddat niet zouden vinden ze mijn spreekwoordelijke rug op konden.

Heerlijk.
Zo eerlijk.
Zo simpel.
Nanne zei dat ook al natuurlijk, maar die wordt mijn man, en is dus bij voorbaat bevooroordeeld.

Ik ben er dus helemaal uit.

M. en ik gaan trouwen, en Nanne gaat me voortaan van advies dienen. :)

woensdag, oktober 24, 2007

And: how pain makes you soft.

Raar ergens.

Van die onzekerheid heb ik in het dagelijks leven als ik geen pijn of andere nare ziekten heb eigenlijk nauwelijks last...

Antwoord.

En eigenlijk weet ik het antwoord op onderstaande vragen allang.

Als je als je kind bent maar genoeg negatiefs over jezelf te horen krijgt dan ga je dat geloven.
Als je als volwassene maar genoeg negatiefs over jezelf denkt dat ga je geloven dat anderen dat ook denken.
En omdat je denkt dat anderen dat denken ga je toch werken en niet vertelln wat je dwarszit.
En als je dat dan eindelijk wel vertelt, valt het anderen rauw op hun dak, waardoor ze zich afvragen waarom je dat niet eerder hebt gezegd.
Waardoor je weer gaat denken dat anderen denken dat je... enzovoorts.

De oplossing is eigenlijk simpel.

Als ik minder voor anderen zou denken, en meer aan mezelf, dan zou ik me stukken minder onzeker voelen.

Nu de dagelijkse uitvoering nog...

Milestone?

Als ik pijn heb word ik chagerijnig.
Als ik chagerijnig ben en pijn heb krijg ik huilbuien.

Na mijn laatste huilbui volgde een gesprek met Nanne, die er toch echt op aandrong dat ik mijn verenigingsleven en werk zou stopzetten in verband met mijn rug.
Ik sputterde, steigerde, protesteerde.
Ik ben niet ziek, ik weiger ziek te zijn, te zeuren.
Ik weet dat ik geen zeur ben, dat ik niets aan mijn rugpijn kan doen, en dat de meeste mensen in mijn omgeving dat echt wel zullen acceptere, maar mijn gevoel zegt wat anders.

Uiteindelijk pakte ik de telefoon op en belde mijn vereigingsbestuur.
Dat ik door aanhoudende rugklachten zeker vier weken uit de running zou zijn.
Niet werken, geen bardiensten.
Mijn geliefde bardiensten, mijn dinsdag...

Ik heb zelfs zachtjes aangestipt dat ik het eng vond om te bellen, dat ik, gezien mijn verleden als 'gekke Ty' wat reserveringen had aangaande hun gevoel van 'daar heb je haar weer', wat door het aan de telefoon hangende bestuurslid werd afgedaan als 'doe jij maar je 'docters orders' en maak je over ons niet druk.'

Eigenlijk zou ik me nu trots moeten voelen.
Blij dat er een knoop is doorgehakt, blij dat ik geen dagen meer heb van jankend van de pijn op bed omdat ik zonodig vond dat er iets van me verwacht werd.
Maar dat ben ik helemaal niet.
Ja, rationeel wel.
In mijn gedachten ben ik trots, en blij, en opgelucht.
Maar mijn gevoel vind me een zeur, een zeikerd.
Mijn gevoel is bang dat iedereen me lui zal vinden, dat ik niet zo moet overdrijven en gewoon moet doen. Ik ben bang dat ze me niet terugwillen, dat ze me 'te veel moeite' vinden, dat mijn dinsdagbardienst best naar een ander kan.

Waarom kan ik niet geloven dat anderen mijn werk waarderen?
Sterker nog, waarom kan ik mijn eigen werk niet zo waarderen dat ik het doe voor mezelf, en niet voor de ander?
Waarom ben ik zo bang om te falen, om niet goed genoeg bevonden te worden?

Iets zegt me dat ik de aankomde vier weken veel te veel tijd ga hebben om daar over na te denken...

Dierenleed...

De slager gaf botten weg.
Van die hele grote, die over waren van het vlees van de week, en die gratis op te halen waren voor soepen en honden.

Nanne nam er een stuk of wat van mee, met het idee dat onze knager er dan wel even mee toe kon, daar ze alle 'gewone' botten zo snel op had.

Na een uurtje was hij op.

Maylinn ziet er nu uit alsof ze met haar voorpoten in een bad bloed heeft gestaan.

Ben benieuwd wat de buren zullen zeggen als Nanne met haar in de lift staat...

dinsdag, oktober 23, 2007

Teruglezend.

Ergens dringt het tot me door dat ik misschien niet op een geheel opbouwende wijze omga met de problemen van mijn eigen lijf.

Zinnen als 'luisteren naar jezelf' en 'grenzen aangeven' dringen zich aan mijn geest op.

Dat iets ermee doen laat echter nog een beetje op zich wachten...

Er kan nog meer bij.

Ik had al last van chronische lage rugpijn.
Enige scheve wervels, een totaal verleerde houding en het niet kunnen volgen van houdingtherapie wegens de te zware belasting voor de rest van mijn lijf maakten mijn onderste nachtkastjelade al tot een kleine apotheek aan pijnstillers.

Toen kreeg ik drie weken geleden acute rugpijn. Dat schijnt ook wel 'spit' te heten, maar bij die naam kan ik me niets voorstellen, behalve iets met een schep en aarde.
Zitten, staan, lopen, draaien, alles deed pijn.
Na twee weken ging ik toch maar naar de huisarts, het was nu toch wel veel erger dan ik 'gewend' was, er moest maar eens gekeken of er niet wat anders mis was.
Er was, geheel naar tevredeneheid van de huisarts, niet 'echt' mis.
Ik had 'enkel' acute rugpijn, en diende te verwachten dat het wel zes tot acht weken kon duren voor het een beetje over was.
En ik moest vooral blijven bewegen, mijn rugspieren niet gebruiken zou het probleem alleen maar erger maken.

Inmiddels ben ik drie weken ziek.
Vorige week zei ik al mijn afspraken af, maar dat lag meer aan het overlijden van K. dan aan de rugpijn.
Ik hou van doorwerken.
Ik erger me kapot als ik de hele dag op de bank zit.
En ik ben bang dat als ik langer dan een week afwezig ben dat mensen me niet meer terugwillen, als verzorger, als vrijwilliger.

Momenteel biedt zelfs de sterkste pijnstiller die voorheen soelaas boodt mij geen enkele verlichting van de klachten.
Ik voel me een zeur, een ziekerd, Nanne loopt met de hond en wast af en ik vind koken al te veel en doe het alleen maar om toch iets te doen en ben vervolgens een uur of langer niet te genieten van de pijn.

Ik ben het zat, ik ben op, ik weet het niet meer.
Nog drie tot vijf weken dit, ik wil niet meer.
Ik ben als de dood dat deze pijn chronisch gaat worden, zoals zoveel bij mij, dat ik vanwege mijn ME niet genoeg beweeg en ik voorgoed vast blijf zitten op dit pijnniveau.
Ik wil iets doen, iets slikken, spuiten, het kan me niets schelen, ik wil dat het stopt.
Ik heb geen idee wat ik kan doen, en nergens werd ik zo gestressed van als niet weten wat te doen.
Kom niet aan mail toe, niet aan contacten. Wil ze ook niet, ik heb er de energie niet meer voor. En erger me vervolgens daaraan, alsof niets goed genoeg is.

Ondertussen ga ik morgen 'gewoon' werken.
Ik durf niet alweer af te bellen, en bovendien..
ik moet toch wat...

vrijdag, oktober 19, 2007

Yourney's end.

Ik heb nog geprobeerd wat werk gedaan te krijgen.
Maar heb enkel het gevoel alsof mijn hersenen het formaat van een strak opgeblazen ballon beslaan en ze nog steeds in mijn kleine hoofdje moeten.

Niemand had bezwaar toen ik alle andere afspraken afzegde.
En achteraf snap ik ook niet waarom ik dacht dat dat bezwaar er zou gaan zijn.

Gisteren ben ik langs gegaan, in het huis van H. zijn ouders, waar ik vroeger nog wel eens met hem langsreed, vroeger, toen zijn vader nog lopen kon, nog Nederlands sprak, nog niet zo grijs was. En waar ik sinds die tijd niet meer ben geweest. Omdat mijn relatie met H. verwaterde, veranderde. Omdat ik beste vriend en vader van niet zo kon combineren.
Meer dan zes jaar tijd moest ik stoppen in vijf minuten bij een oude man in een kist.
Hij ligt er rustig, vredig en hij lijkt gekrompen.
Ik ben een beetje bang om H. te vragen hoe hij zich eigenlijk voelt, maar ergens weet ik het wel. Hij heeft geen tijd voor voelen. Dat komt nog wel, na de begrafenis.

Die is straks, in Brabant.
Om er zeker van te zijn dat ik op tijd ben ga ik anderhalf uur van te voren weg.

Eerlijk gezegd weet ik niet eens precies wat me zo aangrijpt.
Ik ben in de war.
Mijn hoofd zit vol met gedachten aan H., aan onze jeugd, onze jaren samen.
Ik mis zijn vriendschap.
Maar ook zit ik vol met gedachten aan Lyka en onze veranderde relatie.
Dat ik graag een team zou willen zijn met H. en Papa P. en dat ik nu een soort toegevoegd familielif ben, gewenst, maar wel toegevoegd, niet echt.
Ik weet niet wat ik precies moet zeggen tegen Nanne, die werken moet vandaag en er niet bij is. Ik weet niet hoe ik het uit moet leggen, wil dat hij het begrijpt, maar praat nauwelijks. Ik keek de afgelopen week enkel tv, de enige manier om mijn gedachten stil te krijgen.

En ndat is misschien wel precies waar ik zo in de war van ben.
Ik ben zo gewend aan zelfreflectie, aan rationaliseren, aan precies weten waar ik last van heb -niet wat ik er aan kan doen, dat daargelaten- en dat heel duidelijk en precies aan een ander uit kunnen leggen.
En nu weet ik het niet.
Waar ik voorheen misschien vier of zes gedachten stromen had maar ze nog wel van elkaar kon onderscheiden heb ik er nu tien of meer.
En word er zelf totaal geen wijs meer uit.

Ik laat het maar over me heen komen.
Onderdruk de neiging om H. apart te nemen en te huilen, te huilen omdat ik hem zo mis.
En om Papa P. een boze mail te sturen, waarom en hoe het nu zo moet, waarom ik me zo buitengesloten voel, zo niet een deel van de familie, terwijl ik toch Lyka's moeder ben.
Maar hij kan er niets aan doen.
Ik zeg het niet, hij weet het niet, hij is bezig met heel andere dingen.

Straks, vanmiddag, word Papa H. ter aarde besteld.
Een stomme zin, als ik hem zo zie staan. Heel klinisch, alsof je een stukje grond besteld, koopt, en hem daar instopt als een pakketje in een bus.
Ik probeer ernaar te kijken zoals hij dat zou zien, zijn lichaam in rust naast zijn eerste vrouw, zijn ziel nog bij zijn familie, maar ik ben niet gelovig, en kan me er weinig bij voorstellen.

Vanavond laat gaan we uit.
Nanne en ik.
Al maanden geleden gepland, al meer dan een jaar eerder gewenst.
We gaan zelden uit buiten onze vereniging, en dit was gepland, Lyka gaat uit logeren, vrienden zijn gebeld, ik heb op de website gekeken om ideeën op te doen voor wat ik aan moet trekken.

Zelden was het verschil tussen de dag en de nacht zo groot.
Zelden wilde ik zo graag wegrennen van iets en me vertoppen op de bank met een seizoen van de een of andere televisieserie en tegerlijkertijd zo graag aanwezig zijn, erbij zijn, bij H. zijn.

Ben ik nu raar?
Is dit een welbekend stukje 'gekke Ty', zoals er zovaak was in het verleden?
Is dit normaal, hebben anderen dit ook?
Maak ik me niet gewoon te druk over wat dit precies eigenlijk is?
Is het wel zo belangrijk om te weten wat ik voel?

Enkel vragen, geen antwoorden.

En eigenlijk schreef ik dit stuk alleen maar om wat te doen te hebben, tot ik zo in Tyko kan stappen, de file in naar brabant.
Op weg naar het einde van een weg.
En misschien een nieuw begin.

dinsdag, oktober 16, 2007

Eindig.

Vannacht is de papa van stiefpapa en vriend H. overleden.

[..]

Ik weet werkelijk even niet wat ik zeggen moet.

maandag, oktober 15, 2007

Vriendschap.

Het gaat heel slecht met de vader van stiefpapa H.
De relatie tussen mij en H. is een lang verhaal, ooit leerde ik hem kennen op de middelbare school, we waren tijden onafscheidelijk en konden elkaar bij tijden niet luchten of zien en nu is hij getrouwd met mijn ex en is de stiefvader van Lyka.

Zijn vader is al jaren ziek, en het zat er aan te komen dat sterven een keer moest komen, maar nu het zover is vind ik het toch moeilijk.

Mijn contact met zijn vader was nooit erg goed, hij zat wel bij mij op school, maar zijn ouders woonden ver weg en erg vaak was ik er niet. Toen het contact tussen mij en H. stroever verliep onderhield ik met zijn ouders helemaal geen contacten meer.

Maar nu is hij weer helemaal terug.
Als ik hem nu zie, zie ik de H. van vroeger, de onzekere jongen, de jongen om wie ik toen zoveel gaf.
Ik zie een jongen die ik helpen wil, bijstaan wil, knuffelen wil, en alles wat er in de tussentijd gebeurt is lijkt even vergeten en vergeven.
Ik wil graag iets Doen, hem laten zien dat ik om hem geef, dat ik hem bij wil staan, maar heb geen idee wat. Kan ook weinig, behalve hem mijn auto aan te bieden als hij dat nodig heeft.

Keer op keer vertel ik dat, om hem duidelijk te maken dat ik, ondanks alles, om hem geef, en dat ik meeleef. En hij vind het fijn. En zegt dat ook.
We zijn niet meer zoals vroeger, ik ben niet meer de vriendin die hij als eerste bellen zal en hij niet meer de vriend die alles weet over wat ik doe, maar toch is er een band. Eigenlijk was hij er altijd al, zo lijkt het, maar werd hij vertroebeld door dingen waarvan ik me nu afvraag waar we ons toen zo druk over maakten...

dinsdag, oktober 09, 2007

Tylani goes public.

Ik werk voor een stichting.
Die stichting doet iets met eetstoornissen en in die functie ben ik opgeleid tot begeleider van een zelfhulpgroep, tot telefoonteam medewerker en neem ik in het algemeen deel aan van alles en nog wat als het maar min of meer in de regio is.

Toen was daar het Fonds Psychische Gezondheid.
En bedacht men het thema 'gevangen in gewicht'.
Morgen is het de landelijke dag psychische gezondheid en door het hele land houden instellingen die iets met geestelijke gezondheid of eetstoornissen te maken hebben open huis en workshops en infomarkten.
En voor een van die laatste ben ik uitgenodigd.

Ik, als medewerker van 's lands bekendste stichting als het gaat over eetproblemen, mag daar dan anderhalf uur lang voorlichting geven en folders verspreiden.
En ik kan dat, want ik werkte zogezegd niet voor niets bij die organisatie.
Ik heb deelgenomen aan interviews, ben op de radio geweest en de televisie, sta mensen telefonisch bij als ze mij opbellen als hulpdienst en heb een behoorlijke map aan documentatie over alle verschillende aspecten dat men bezig kan zijn met wel en niet eten.
Dus ik kan dit.
Dit zou een eitje moeten zijn voor mij.
Absoluut niets om mijn hand voor om te draaien.
Stapeltje folders mee, boeken en intekenlijst inpakken en klaar is kees.

Het is maar goed dat ik die training voor het geven van gastlessen op scholen, waar ik in een opwelling een tijdje terug aan begon, heb opgegeven.
Als ik voor een infostandje al zo zenuwachtig ben...

vrijdag, oktober 05, 2007

Wakker.

Ze stond in de slaapkamer met een wazig gezicht naar de kast te staren.
Wat voor kleren zal ik aandoen vandaag? Nee, ik ging nog helemaal geen kleren aantrekken, ik moet nog douchen.
Loom draaide ze haar hoofd om en keek naar het nachtkastje.
Hé, die asbak. Die moet geleegd.
En de leegde de asbak in de prullenbak.
Geheel verward ging ze vervolgens op bed zitten, starend naar de muur.
Wat kwam ik ook al weer doen in de slaapkamer?

Oja.
Lade.
Pijnstillers.
Tegen die griep enzo.


Mijn hersencellen hebben duidelijk ook te lijden van mijn al twee weken aanhoudende malaise...

maandag, oktober 01, 2007

Au. Struikel. Au.

Die steen was er al een tijdje.
Die brandnetels ook, daar naast dat pad.

Als ik nu maar op het pad had gelopen, in plaats van ernaast...

Repect uw ouderen...

Heb ik eindelijk een andere hond voor mijn meisje gevonden, een op de paardenstal rondwandelende mooi grote, oude, rustige Duitse Herder, hem eindelijk met Maylinn op een plek gekregen waar ze mogen spelen en alle ruimte hebben en hem zover heb gekregen dat hij dat ook wil, wil zij niet...

woensdag, september 26, 2007

Scootmobiel-vriendelijk.

Zeg eens, hoe vaak per week speelt Maylinn met andere honden?
Vroeg onze hondentrainer laatst.

Uh.. Per wéék?

Erm...

Met een beetje geluk eens per twee weken, maar soms minder. Ik kom ze niet tegen, die andere honden. Of helemaal niets of enkel vrouwtjes met terriërs aan uitrollijnen. En die mogen dan weer niet spelen.

Meer hondencontact zou goed zijn voor onze nerveuze Stabij.
En dus moest mevrouw aan een maatje geholpen worden.

In een uurtje had ik een advertentie klaar.
Voor hier in de flat, en de twee ernaast.
En ook maar op internet, op dat hondenforum. Wie weet woont er iemand in de buurt.
En bij de supermarkt.
En bij de vereniging, want er zijn vast leden met honden, tenslotte weet ook niet iedereen van mijn hond.

[...]

Enkel die in de flat hangt er al, de rest nog niet.

Als nou de honden de baas waren in plaats van de baasjes, dan zou ik vast minder bang voor afwijzing zijn...

Plannen in het water.

Het leek van te voren zo'n goed idee.
Voor ik Lyka zou halen voor haar tweewekelijkse paardrijles -ik de ene week met Tyko en Stiefpapa H. de andere week met de trein- even naar mijn paardje Kola, dat zat mooi precies op de route tussen hier en Schiedam.

Maar ook op de route van die regenbui die vanaf de Noordzee ons land in trok.
En aangezien ons kleine stalletje niet beschikt over zoiets luxueus als een binnenbak om in paard te rijden...

Papa P. zijn sokken zijn uitgelubberd en hebben ergens een gat. Zijn oude trui heeft afgeknipte mouwen, en zonder jas is het nog best koud kijken naar je dochter die hobbelt op een paard.

Maar ik ben in ieder geval droog.

dinsdag, september 25, 2007

Samenwerking.

U spreekt met de Informatie Beheer Groep. U wordt over acht minuten geholpen...

- Jazeker moet u dat formulier voor 1 oktober terugsturen.
U moet wel een inkomensverklaring IB-60 van de Belastingdienst meesturen.


U spreekt met de Belastingdienst.

- Nee, momenteel hebben wij nog geen inkomensopgave formulieren voor 2006.
Die komen na 1 oktober pas binnen.

U spreekt met de Informatie Beheer Groep. U wordt over veertien minuten geholpen...

- Wat zegt u? De Belastingdienst heeft ze nog niet? Dan kunnen wij geen uitspraak doen betreffende uw verzoek voor het afbetalen van uw studieschuld.
Jazeker moet u uw formulier voor 1 oktober opsturen.


Doe ik een keertje mijn best...

donderdag, september 20, 2007

Geheugentraining.

In een poging mijn nummerbord te onthouden, handig als je bijvoorbeeld de ANWB moet bellen, of naar de garage moet en het pakken van je rijbewijs te veel moeite vindt, probeerde ik er een zinnetje van te bouwen.

Bij mijn vorige auto hoorde al 'Sandy Zal 82 Fietsen Stelen', maar bij onze nieuwe Tyko, die de nummers aan het einde heeft, bleek het aanzienlijk lastiger.
Na het vinden van een Harry Potter woordenboek en het verzinnen van een hoop Nederlande en Engelse werkwoorden ben ik nu op:

Nimbus Rescues Flying Housekeys 38

Dan wel:

Nanne Redt Fluitende Huiselven 38

Iets zegt me dat als ik dit nummerbord uiteindelijk ga onthouden, ik het zinnetje ook in lengte van dagen niet meer uit mijn hoofd ga krijgen...

woensdag, september 19, 2007

Broertje. (2)

Mijn broertje, laten we voor het gemak zeggen dat hij Timo heet, en ik hebben nogal een ingewikkelde geschiedenis.

De basis van ons bestaan, in een gezin geboren worden met ouders die zowel in de war zijn als losse handjes hebben, is natuurlijk al niet het beste wat je je wensen kunt. Daarnaast waren we allebei ook nog zo verschillend van elkaar als dag en nacht. Waar ik het gedrag van mijn moeder ondraaglijk vond en om de haverklap ruzie maakte en 'oneerlijk!' riep, leek hij zich te schikken in zijn lot en maar gewoon te doen wat hem werd opgedragen. In dat licht hadden we als kinderen regelmatig felle ruzies met elkaar. Waar ik aan de aandacht van onze verzorgers ontglipte en kattenkwaad uithaalde, holde hij juist naar ze toe om te vertellen wat ik uithaalde. Er waren ook fijne momenten hoor, saamhorigheid. We dansten samen op het bed op 'Dancing Queen' en bouwden een legotrein van mijn kamer naar de zijne toen ik een half jaar op zolder sliep in verband met een verbouwing. Soms stonden we samen tegenover M. en R. -zoals ik mijn ouders noem, daar ik de benaming 'ouders' of 'ma en pa' als jaren vermijd omdat ze me doen denken aan verzorging en liefde en ik dat niet rijmen kan met mijn jeugd-, één keer liepen we zelfs samen weg, hij negen, ik bijna twaalf, twee kinderen samen met de trein naar de grote stad. We bleven maar een paar uur weg, maar toch, het ging om het gebaar. Maar meestal hadden we ruzie, of spraken we niet zoveel met elkaar. Ik had mijn dingen, hij zijn vrienden en zijn sport en we begrepen elkaar niet.

Het waren onze manieren, zo denk ik achteraf, om om te gaan met wat ons overkwam.
Ik door me op te stellen als de deviante puber, de betweter, vastbesloten om zelf wel uit te zoeken wat ik wilde en me door niemand de wet te laten voorschrijven en hij door zich te voegen naar de wensen van zijn omgeving, zijn gevoel uit te schakelen en vooral niet te veel vragen te stellen. Ik was het zwarte schaap, en daar ging alle aandacht naartoe. Hij hield zich op de achtergrond en liet het over zich heen komen.
Toen ik op mijn tiende jaar voor het eerst het huis uit ging om een jaartje 'heropgevoed' te worden in een internaat was hij zeven. Toen ik op mijn dertiende aan de gang van jeugdhuis naar pleeggezin naar opvanghuis begon omdat thuisblijven echt geen optie meer was, was hij tien en bleef wel gewoon thuis. In die jaren zag ik hem nauwelijks, had geen idee wat er in hem omging. Met mijn pleegbroertje was het contact beter dan met hem en op zijn verjaardagen gingen we naar de film omdat ik niet wist wat ik tegen hem moest zeggen, we waren te verschillend.

Ik ging de politiek in, woonde op mezelf, studeerde, kreeg Lyka en eindigde zo in de knoop met mezelf dat ik jaren in therapie ging om mezelf weer een beetje op de been te krijgen en hij bleef thuis, haalde zijn diploma, ging studeren en wonen in een huis wat onze ouders voor hem hadden gekocht.
Ik had geen idee wat hem bezighield, wat zijn gevoel was, zijn blije momenten en angsten. En hij niet van de mijne. Een paar keer spraken wij af, maar waar ik mijn ouders zag als mensen om afstand van te nemen, noodzakelijke afstand, omdat ik mezelf moest worden en niet in een kamer kon zijn met mensen die vinden dat het slaan van je kinderen met een eind hout onder de normale gang van zaken valt, daar zag hij ze als ouders die enkel 'ouderwets' waren en was vastbesloten om ervoor te zorgen dat ik me weer wat met ze ging bemoeien. Ik kon hem niet aan zijn verstand peuteren dat ik dat niet wilde, niet kon, dat het mijn keuze was en hij dat maar te accepteren had.

Ik zag hem wederom jaren niet, af en toe hoorde ik viavia dat hij nog steeds met hetzelfde meisje had en was afgestudeerd of een baan had gevonden. Ik had er soms behoefte aan om wat over hem te weten, maar soms ook heel erg niet.
Hij lijkt om mijn vader. In dat opzicht dat hij zijn gevoel slecht onder woorden kan brengen, überhaupt slecht voelen kan. Hij heeft een bepaald soort kwetsbaarheid en rust over zich die me heel erg beangstigd soms, voor als hij kinderen zal krijgen, omdat hij alles van vroeger maar zo normaal vind, omdat ik bang ben wat er gebeuren zal als hij wél iets voelt. We komen dan wel uit hetzelfde gezin, maar hebben daar duidelijk heel erg verschillende gevoelens aan overgehouden.

En toen trok ik in een impulsieve bui de stoute schoenen aan.
Waarom ook niet?
Anderhalf uur thee zouden we toch wel moeten kunnen volhouden, hij zijn vriendin mee en ik Nanne als back-up naast me. We zouden het vooral niet over vroeger hebben, alles over M. en R. zou zorgvuldig vermeden worden.
Om te merken of wat elkaar wat te vertellen hadden zouden we toch echt eerst in een ruimte moeten gaan zitten.

Ik weet nog steeds niet wat ik wil met Timo.
Hij heeft geen schuld aan wat er vroeger is gebeurd, is er in zekere zin misschien nog meer slachtoffer van dan ik. Hij kan werken en een huis kopen en is een burgermannetje in de maak en ik ben dan wel gek, maar heb door de jaren heen heel wat zelfinzicht opgedaan waar bij hem een groot zwart gat is. Ik benijd hem zeker niet om zijn manier van omgaan met ons verleden, al lijkt het op het oog bij hem zoveel simpeler.
Wil ik een goed contact met hem?
Wil ik weten wat er in hem omgaat, bij hem op koffie, op verjaardagen?
Als ik dat echt wil dan zal het onderwerp 'vroeger' ooit moeten worden aangesneden. Als ik dat niet zo staat het me enkel in de weg. En dan zal ik hem moeten uitleggen dat wat ik van hem wil is acceptatie. Begrip voor hoe ik me voel onder alles wat er is gebeurd. Dat hij er misschien niet hetzelfde over denkt, maar dat hij respect heeft voor mijn keuzes, en in het bijzonder voor die waarin ik besloten heb om M. en R. niet meer te zien of spreken.
En ik weet niet of hij dat kan.
Ik ben bang dat hij dat niet kan, en omdat ik daar bang voor ben, ben ik bang het te proberen.
Uit angst voor ruzie, voor meer opgerakel van dat wat gebeurd is en ik liever wil vergeten.
Maar vooral uit een oeroude angst om niet gehoord te worden, niet geloofd, net zoals men vroeger dacht dat ouders van goeden huize hun kinderen niet slaan en mijn vader vind dat 'af en toe' een tik met een stuk hout niet onder kindermishandeling valt.
Niet gehoord worden, niet geloofd is iets waar ik heel slecht tegen kan en wat ik als het even kan liever vermijd.

Misschien moet ik maar gewoon genoegen nemen met twee keer per jaar eens op de koffie.
Geen dingen van Timo verwachten die hij niet kan en alles lekker laten zoals het is.

En toch bloemt er ergens een sprankje hoop.
Wat áls...

Broertje.

Wonderbaarlijk hoe je toch nog anderhalf uur vol kunt praten als je
a. maar zenuwachtig genoeg bent -en bij zenuwen, zoals ik, de ziekelijke neiging tot praten hebt-
en b. je voornamelijk beperkt tot de zeer veilige onderwerpen als Het Huis, Het Werk, De Auto en De mogelijke Kinderen.

Ik ben benieuwd hoeveel tijd we uit dit soort saaie, burgerlijke onderwerpen kunnen knijpen als ik zou besluiten dit soort theeuurtjes nog een keer te doen...

dinsdag, september 18, 2007

Familie?

Mijn broertje komt langs.

Mijn broertje, die ik al bijna drie jaar niet meer gezien heb.
Dat broertje, uit dat gezin waar ik wegging toen ik dertien was, en hij tien.
Het broertje, waarmee ik moeite heb een gesprek te voeren, omdat we zo verschillend zijn dat ik niet weet waar ik het over moet hebben.
Mijn broertje, die niet begrijpt waarom ik ooit besloot het contact met onze ouders te verbreken.
Dat broertje, die zo heel anders naar onze jeugd kijkt.
Het broertje, dat kleine mannetje, zo kwetsbaar soms, en o zo irritant, omdat hij alles was wat ik niet was en andersom.
Mijn broertje, die nu al man is, en een huis gaat kopen en gaat samenwonen.

Ik ben helemaal niet zenuwachtig...

maandag, september 17, 2007

Rekent u maar.

Het terrein van de Kynologen Club waar het vervolg op Maylinns puppycursus -de Elementaire Gehoorzaamheid- wordt gegeven is een half uur scootmobielen hiervandaan.

Rondom het clubgebouw is heel, heel veel gras. Onbeschermd en winderig gras.

Op dat gras worden -op de puppycursus na- alle cursussen gegeven.
De cursus duurt een uur.

U heeft vast die hemel gezien, vanuit uw raam, die neerviel, daar precies op mij.

Zelden was ik zó nat...

Maandagochtenddipje.

Dit is dus de prijs voor het lezen van Harry Potter:

Je verslapen, je lijf tot stukjes werken in een vereniging waar het een ***zooi is omdat niemand zijn troep achter zich opruimt en pas uitzicht op een kop echte thee als ik vanmiddag om vijf uur thuis kom van mijn diverse bezigheden die mij momenteel totaal nutteloos toezien.

Dus waarom deed ik dit ook alweer?

Oja, omdat ik met dat nutteloze werk in die smerige verening eigen geld verdien en me zo minder zorgen maak over al het geld van Nanne dat ik uitgeef aan eetbuien en andere rotzooi.

Niemand kan zeggen dat ik geen weloverwogen keuzes maak.
De vraag is alleen of er van die goeie antwoorden uitrollen...

Obsessie?

Het duurde even, want het boek moest geleend, ik wens zelf tenslote, net als alle andere twaalf boeken in de serie, -als een beetje Potter fanaat heb je alle Engelse én Nederlandse- ook de laatste twee in paperback te hebben en die zijn nog niet uit.

Maandag kreeg ik hem van beste vriendin I., vlak voor zij naar Frankrijk zou verterekken voor welverdiende vakantie.

Nu is hij uit.
Enerverend, verrassend, bijzonder, raar, fijn en verdrietig en nog zoveel meer tegerlijkertijd.

Morgen gaat om tien voor zes de wekker.

En alles wat ik denken kan is:
Waarom kan ik I. niet bellen?
Ik moet zoveel bespreken over dit veel besproken boek...

vrijdag, september 14, 2007

Nu even geen zin.

Geweldig.

Zit ik net onderaan mijn mooie lange stuk over het CIZ te vertellen dat mijn Nederlandse taalbeheersing vrij goed is, heb ik én Nederlands zonder hoofdletter geschreven én bij het nalezen zeker tien typfouten gespot...

Bureaucratie ten top.

Ik heb ruzie.
Ruzie met het CIZ, ongeveer op hetzelfde niveau als waar Zembla in Juli, en vanavond weer, een uitzending aan wijdde.
Vanwege mijn ME heb ik recht op extra zorg. Zo heb ik een douchestoel, om zittend te douchen, een scootmobiel om boodschappen te doen, een rolstoel om mee te nemen, en een heel scala aan huishoudelijke en ondersteunende zorg om mijn huishouden draaiende te houden.

Voordat Nanne bij mij kwam wonen kreeg ik van het CIZ zes uur in de week thuishulp. Ik had een vaste hulp, waar ik het goed mee kon vinden -voor mij niet geheel onbelangrijk- en die kwam twee keer in de week de kasten boenen en de vloeren stofzuigen. Dat soort dingen doen waar mijn lijf nogal een hekel aan heeft. Toen ik ging samenwonen sprak ik met mijn thuiszorgorganisatie en die halveerde mijn hulp. Nanne kon ook wel zo af en toe een stofzuiger vastpakken en een doekje hanteren.
Ik zou de hulp wel blijven houden, met het oog op de kinderen die Nanne en ik wensen te produceren volgend jaar hield ik graag mijn vaste hulp, en daarbij was mijn vriendje niet de stabielste op aarde waar het het plannen van het huishouden aanging.

En toen, zeven maanden na mijn samenwonen, belde het CIZ. Geheel toevallig eigenlijk, want eigenlijk kwamen ze langs omdat mijn meeneemrolstoel wat kuren vertoonde, maar toch moest er nog even gekeken worden naar die huishoudelijke zorg. Ik moest gekort. Nanne moest, naast zijn veertigurige werkweek en de bijbehorende studie voor dat werk, alles maar zelf doen. Iets met 'gebruikelijke zorg' en geen recht meer op hulp.
Ik snapte het niet, maar ze zouden nog bellen.
Maar ze belden niet.
Uiteindelijk belden ze toch, ze wilden handtekeningen van Nanne, om zijn dossier op te vragen, te kijken wat hij dan allemaal voor kwalen en ziektes had. Wij vonden alles best en zeiden: stuur maar op.

Ze stuurden niets.
Wel belden ze, na nog eens drie weken.
Of ik even aan de telefoon uit kon leggen waar mijn verloofde dan precies last van had, en dan bij voorkeur in minder dan tien minuutjes. Of dan toch minstens zijn nummer kon geven, zodat hij dat even kort en bondig kon vertellen.
Nu is er niets kort en bondigs aan ons huishouden.
Niet dat het zo verschrikkelijk ingewikkeld is, maar ook niet zo dat dat afgedaan kan worden met een telefoongesprekje van minder dan een kwartier met mensen die bovendien beiden niet zo goed zijn om hun vragen en problemen goed duidelijk te maken door de telefoon. Wij wilden een afspraak, ze moesten maar langskomen.

En weer hoorden wij niets.

Mijn schoonmoeder, die, waarschijnlijk omdat haar jongste zoon zwaar lichamelijk gehandicapt is, nogal wat verstand heeft van dingen als indicaties en besluiten en bovendien bedrijfrecht studeert, stuurde mij wat protocollen van het CIZ.
Zodat het me wat duidelijker kon worden.
En ik me wat voor kon bereiden op dat, ooit plaatsvindende, gesprek met de indicatiesteller.

In protocol nummer één vond ik zinnen als:
Indien er sprake kan zijn van gebruikelijke zorg door volwassen huisgenoten (zie protocol gebruikelijke zorg), zie punt .,. Maar indien er sprake is van overbelasting of dreigende uitval, zie dan gebruikelijke zorg.

In protocol nummer twee stond onder andere:
Zorg is aangewezen als de cliënt beperkingen ondervind op de gebieden van [..] mobiliteit. Het cliëntsysteem draagt primair zelf de verantwoordelijkheid [...] voor de wijze waarop de huishouding wordt gevoerd. [..] Indien door een lif van de leefeenheid persoonlijke zorg aan de hulpvrager wordt verleend en er is hierbij sprake van extra zorg (niet zijnde die zoals omschreven onder gebruikelijke zorg) dan kan ervoor worden gekozen die om te zetten in huihoudelijke verzorging. Zie verder protocol gebrukelijke zorg.

Toen ik eindelijk na wat googlen dat protocol gebruikelijke zorg had gevonden stond daarin dat de gebruikelijke zorg alleen opgaat daar waar de zorg niet als 'extra' wordt gezien, en de duur en intensitiet van de gebruikeljke zorg zoals genoemd in artikel .,. als de zorg die men heeft als men samen een leefeenheid deelt niet wordt overschreden. Waarbij dan wordt opgemerkt dat:
Eeen leefeenheid een eenheid bestaande uit gehuwde verzekerden die al dan niet tezamen met een of meer ongehuwde minderjarigen verzekerden duurzaam een huihouden voere dan wel een meerderjarige ongehuwde verzekerde die met een of meer minder- dan wel meerderjarige verzekerden duurzaam een huishouden voert (voor 'duurzaam houdouden, zie lid .,. onder paragraaf .,.)

Alledrie de protocollen zijn meer dan vijfentwintig pagina's lang.
Nu is mijn nederlands vrij goed en ben ik best wel intelligent, maar iets zegt me dat wil ik de regels van het CIZ begrijpen ik er een advocaatje of drie bij mag nemen om er wijs uit te worden...

Noot: Ondertussen hebben wij nog steeds drie uur in de week hulp van de thuiszorg - en betaal ik daar ook voor-, dat dan wel, die overigens totaal geen idee hebben waar het CIZ nu precies mee bezig is...

donderdag, september 13, 2007

Hoezo ziek...

Nog even dit, nog even dat. Even dat emailtje nog af, even nog thee zetten. En dat telefoontje, naar de voorzitter. Die is er dan niet, dus dan bellen we nog even die ander. En de website klopt niet, dat werken we even bij, en melden we maar meteen even bij die ander, als ik toch met de telefoon naast me zit. Ondertussen zit ik al bijna een uur achter de computer. Letters zwemmen in mijn hoofd als karpers in een goudvissenkom.

In plaats van een knop die de griep uit zet kan ik beter een knop zoeken die mezelf leert beter rekening te houden met mezelf...

Gang van zaken.

Samengevat word ik dus een soort prinses op de erwt als ik griep heb, maar dan wel het soort prinses dat luid en langdurig klaagt bij al haar bedienden over de kwaliteit van de matrassen.

Ik ben wat verlatingsangstig, niet heel veel, maar toch genoeg om het fijn te vinden dat Nanne voor hij weggaat mij even gedag komt zeggen. Hoe vroeg of laat het ook is, en ook als ik al, of nog, slaap. Het chagerijnen van het wakker worden weegt niet op tegen de angsten als ik denk dat hij totaal uit huis verdwenen is. Nanne weet dit en komt meestal braaf 'ik ga' en 'ik hou van je' zeggen terwijl ik van onder de dekens wat terug murmel.

Vandaag was ik wakker. Ons hondje jankte, ik keek op de klok en zag tot mijn schrik dat het laat was. Laat voor Nanne, en dus ging ik er van uit dat hij al naar zijn werk was. Ik belde zijn mobiel maar kreeg geen gehoor. Na de initiële paniek -hij is zomaar weggegaan!- kwam de irritatie -wat?! zonder mij gedag te zeggen?!- en voor de zekerheid probeerde ik de intercom. (Een totaal nutteloos iets als je over een huis met maar één verdiepig beschikt, maar handig als je ziek in bed ligt)

Hij was er nog.
En totaal niet in zijn sas met mij manier van aanspreken op zijn gebrek aan protocol.
Maar wat zeurt hij nou, hij hoefde alleen maar precies de regels te volgen die gelden voor hoe het hondje haar anti-jank lessen moet hebben, op tijd zijn onbijt af te hebben, de was af te halen, niet te vergeten dat ik een knuffel moest hebben en als hij tijd over had een briefje van een paar regels te pennen, omdat ik daar zo blij van word.

Nu is hij op zijn werk, en ben ik zonder mijn ochtend knuffel -op afstand, dat wel, want voor lichamelijk contact ben ik veel te ziek, al die haren en mouwen bij mijn verkouden hoofd- maar in twee truien achter de computer gekropen om te proberen mijn email te lezen. En ben me schuldig aan het voelen. Ik heb verdorie het liefste vriendje op aarde, die alles, soms zelfs ten koste van zichzelf, voor mij overheeft, en alles wat mijn zieke geest kan opbrengen is chagerijnig zijn.

Iets zegt me dat het misschien tijd wordt om wat protocollen aan te passen...

woensdag, september 12, 2007

Evenwichtig my ass...

Nog even over die stressdrempel.
Wat is het apart dat je jarenlang een chronische ziekte kunt hebben, die je belemmert te wandelen, te fietsen, te dansen en nog een heleboel ander dingen die je vroeger zo graag deed, en dat je toch hebt geleerd om er vrede mee te hebben.
Niet het soort vrede waarin je alles wel best vind, maar in ieder geval het soort vrede waarin jij en je ziekte in een soort staat van permanente wapenstilstand samenleven.
Als ik jou accepteer dan maak ik het jou niet meer moeilijk dan nodig, zoiets.
Een soort evenwicht dus. Maar wel een dat alleen opgaat als alles binnen de grenzen blijft die jij en je ziekte daar samen voor hadden afgebakend. Planning, veel planning is het sleutelwoord.

En dan komt de vriend die volkomen buiten jouw planning vraagt of je mee gaat naar de Italiaan. Of de ijssalon. Of het museum, de beurs, het congres of café.
En dan begint de discussie:
'Nee ik kan niet mee naar dat café/restaurant/museum, ze hebben er geen rolstoelen.'
- Ja maar ik wil zo graag mee, ik zeg al zo veel af.
'Zelfs al hadden ze er rolstoelen, dan wilde ik nog niet, ik val veel te veel op in zo'n ding.'
- Wat als je nu meegaat en morgen extra veel slaapt? Dan kan het toch wel?

Uiteindelijk zijn er grofweg twee uitkomsten.
Een: je bent de innerlijke discussie zo zat dat je toch maar mee gaat, de waarschuwingen van je lijf ten spijt.
Of twee: je bent zo moe geworden van het gesprek met jezelf dat je maar thuisblijft en besluit dat sociale contacten je gestolen kunnen worden.

Ongeveer zoiets heb ik met griep krijgen. Of spierpijn. Of gebroken tenen. Of iets anderszins wat totaal buiten het algemeen ziektebeeld van mijn vermoeidheidsziekte ligt.
Die ME, daar kan ik mee leven, daar ben ik aan gewend. Ik hou er rekening mee en voel me redelijk tot goed, of kies er af en toe voor om het te negeren om iets leuks te doen en weet dan precies hoeveel uren rust ik nodig heb om bij te komen.
Al die andere dingen, die andere ziektes en kwaaltjes waar ieder normaal mens zo af en toe mee te maken krijgt, daar raak ik totaal van in de war.
Ik wil het niet, ik wens niet ziek te zijn, niet zieker te zijn, dat heb ik niet verdiend. De machteloosheid van mijn onvermogen om te gaan met een griepje wil mij dagen laten huilen in mijn bed.
Ik wil graag regels.
Een boekje, een handleiding.
Iets waarin staat dat griep en gebroken ledematen mij alleen mogen treffen als ik ME-vrij ben. Of dan in ieder geval enkel op hele goede dagen. Als iedereen thuis is om mij bij te staan, ik geen afspraken heb, en Nanne de hond kan verzorgen en op kan voeden, omdat ik daar dan totaal geen puf voor heb.

Iets zegt me dat de mensen in mijn omgeving mijn rothumeur nog even voor lief zullen moeten nemen...

Prikje.

Ik ben ziek, zwak en zielig.
En omdat ik ziek, zwak en zielig ben heb ik recht op een prik.
Ieder jaar zo eind oktober krijg ik een brief waarin ik, net als alle andere zieke, zwakke, oude of anderszins een lage weerstand hebbenden naar de huisarts mag voor de jaarlijkse griepprik. Zestig virussen gaan erin dan ding, en dat zou je dan om en nabij een jaar beschermd moeten houden tegen die griep.

Dat is, als de griep die je gaat krijgen in de prik zit.
Of er op lijkt.
En dat wil natuurlijk niet zeggen dat je er niet ziek van wordt, o nee, dat zou wel heel makkelijk zijn. Je wordt wel ziek, maar minder.

Maar minder is goed genoeg.
Genoeg om mij, die van een beetje griep gauw nog weken kruipend door het leven gaat dat spul te geven, waar ik dan overigens ook eerst ziek van wordt.
Ik heb de assistentie al gebeld, dit jaar wordt het waarschijnlijk twee en drie november, zet het maar alvast in je agenda, maar ik krijg nog een brief.

Twee en drie november!
Maar ik wil nu!
Ik wil drugs, pillen, morfine, paardenmiddelen, grote hamers...

Iets zegt me dat mijn stressdrempel(*) drastisch zakt als ik zieker ben dan dat wat buiten mijn 'normale' ME valt...

(*) Dat wil zeggen: de drempel waar aan de ene kant je rationele geest nog de overhand heeft en aan de andere kant je als een kind rondjes wil rennen en met je voet op de grond gaat stampen tijdens een huilbui.