woensdag, maart 29, 2006

Onthand en ontroostbaar.

Bij ons op de vereniging hebben we een ledenhok. Het is een beetje een soort rommelhok, voor posters, flyers, postvakjes, gevonden kleding en de kapstokken en natuurlijk alleen toegankelijk voor leden. Meestal kun je er relatief veilig je jas ophangen, mits er geen persoonlijke spullen in je jas zitten. Ook regebroeken, sjaals en helmen kun je er goed kwijt.

Nu heb ik sinds een jaar of tien een plo sjaal, ook wel arafat sjaal of theedoek genoemd. Hij is heerlijk groot en warm en omdat hij al zo oud is heerlijk zacht geworden. Ooit in een spijbeluurtje bij de plaatselijke dump gekocht en sindsdien van september tot mei mijn trouwe metgezel. En vanavond is mijn trouwe sjaal gestolen. Ontvreemd uit een omgeving die ik altijd als sjaalvriendelijk heb gezien. Wie steelt er nu een sjaal? vraag ik mij af. Voor mij heeft hij bovendien veel meer emotionele waarde dan voor de huidige drager, voor wie hij ongetwijfeld enkel een stuk warmte voor een avond zal zijn.

Diep van binnen vraag ik me af waarover ik meer verontrust ben: Dat mijn geliefde sjaal is meegenomen door een lid, of dat ik zo van mijn stuk ben gebracht door het ontbreken van ogenschijnlijk slechts een stuk katoen...

Voorstelling.

Het was een rare week. Of maand, dat zou ook nog kunnen.
Het begon met een heftige zoenscène met A., waarna ik de rest van de tijd te pas en te onpas vrienden hun hoofd om de deur staken om te vragen of we 'al wat hadden'. Ik had een hele schare neopets, waarvan ik er twee niet meer wilde en verwoede pogingen deed ze te vermoorden, maar ze wilden maar niet weg. Er was iets met de Efteling en Eurodisney en patent op die draaischijven die de eerste wel schijnt te hebben en de laatste niet. Ik zat vooraan bij een cabaret voorstelling en was het Ecoline meisje, omdat ik als enige nog scheen te weten dat men vroeger als kleuter met dat spul en een tandeborstel moeders nachtmerries bezorgden bij de wekelijkse wasdag.
En er was I., die me zoveel jaren terzijde stond, die terloops vermelde of ik nog naar de begrafenis van haar vriendje ging.

Waarna ik me mijn droomstaat realiseerde en wakker werd van de telefoon.

dinsdag, maart 28, 2006

Hoor de wind waait...

Nooit geweten dat er zó veel kieren in mijn huis zitten...

maandag, maart 27, 2006

Van uitstel komt nachtbraken.

Om twee minuten voor elf ging ik de lichten uitdoen.
Ik had een hoop slaap in te halen. Morgen gaat weer vroeg de wekker en heb ik een hoop te doen.
Om uiterlijk kwart over elf zou ik in bed liggen.
Jaja.
Right.

Die tv in de slaapkamer moet maar eens de deur uit geloof ik.

zondag, maart 26, 2006

Verdraaid.

Wat zitten er toch een rare kronkels in je hoofd als je naar RTL Dossier kijkt en jezelf jaloers vindt op het meisje met het ondergewicht. Jaloers omdat zij het wel kan, de dicipline heeft. Soms zou ik de huidige boulimische neigingen zo inruilen voor anorexia. Het inpulsieve toegeven aan eten en zwakte verschuiven naar de ijzere greep van het hongeren. Maar waarvoor eigenlijk? Voor het hartfalen, de leverziektes? De eeuwige koude handen, het donshaar? De kans 's nachts te sterven omdat je hart niet snel genoeg kan kloppen? Wat is het toch, waar de anorectische geest naar streeft?

Ik kan het mijn omgeving nauwelijks kwalijk nemen dat ze mijn eetstoornis niet begrijpen...

zaterdag, maart 25, 2006

Vroeg voorlijk.

Het even naar het strand werd vier uur onderweg in trams en treinen omdat het mij als wereldwijze ouder totaal ontgaan was dat er iets als marathon bestond. Bibberend zaten wij voor het station op de tram te wachten die pas na vijftig minuten op kwam dagen en bij thuiskomst meldde Lyka na het douchen dat ze eigenlijk direct naar bed wilde.

'Weet je dat zeker? Uit jezelf vroeg naar bed?'
'Mááham, snap je dat dan niet? Je wordt heel moe hoor, van zo'n hele dag buitenlucht!'

Af en toe blijven haar zinnen mij verbazen als ik zie uit wat een klein meisje ze komen.

vrijdag, maart 24, 2006

Eventjes.

Na drieëneenhalf uur werk waarvan drie uur en vijfentwintig minuten een constant gevecht met Blogger om mijn huidige log dezelfde layout te geven als mijn vorige log, waarin ik er onder andere achter kwam dat skins en templates zich niet zomaar laten kopiëren en dat Blogger allerlei onverklaarbare codes heeft met procenttekens erin, vind ik dat ik het voorlopig wel even eens ben met de kleurtjes die het nu heeft en ga ik vooral niet gefrustreerd mijn broodnodige nachtrust in mijn Lyka weekend nemen.

Ontploffing.

Blikjes cola kun je best even in de vriezer zetten om ze snel af te koelen. Ze vervolgens vergeten bleek een minder goed plan...

dinsdag, maart 21, 2006

Kwestie van visie.

Raar toch, hoe mensen er zoveel verschillende invalshoeken op na kunnen houden. Neem nu mijn baas op mijn werk. Ik mag internetten tijdens werktijd. Sterker nog, soms moet ik zelf internetten onder werktijd, om informatie te zoeken of afbeeldingen te bekijken. En, mits ik beloof om wel al het werk af te krijgen, ik mag ook mijn email checken of wat fora bekijken. Maar blijkbaar zijn dat gedragsregels die alleen gelden als er verder maar drie mensen op kantoor zijn. Of alleen als die anderen heel druk bezig zijn. Of als ze niet kijken.

Of zou ik, met op de achtergrond rijdende treintjes en een tovenaarswinkel, wel heel overduidelijk niet aan het werk zijn...

zondag, maart 19, 2006

Roer om.

Het was stil hier.
Eigenlijk was het overal stil bij mij. Op msn, op de email en de fora. Even had ik helemaal nergens zin in, nergens behoefte aan. Maar na zo'n drie dagen thuiszitten begint het toch weer te kriebelen. Isolatie is niet meer iets voor mij.

Dus vandaag had ik iets heel anders bedacht. Ik moest maar eens gaan werken. Die hele psychiatrie links laten liggen, de ME maar gewoon vergeten. En dat werk moest niet meer in mijn oude werkveld zijn, niet iets moeilijks met gedragsgestoorde jongeren, nee iets makkelijks. Analyst, dat leek me wel wat. Een beetje in een laboratorium iets met microscopen en weefsels doen, dat zou ik vast wel kunnen volhouden. Er zijn vast onderzoekstafels op zit hoogte in te stellen.

Na wat onderzoek op internet bleek dat je daar wel eerst een opleiding voor moet volgens. Iets wat vroeger MLO of HLO was. Nu ben ik met mijn HAVO diploma en propedeuse prima gequalifiseerd voor hogere chemie, maar vond ik dat werken wel leuk? Is managen niet heel erg niet-mij? Maar stel dat ik ga voor MBO, is dat niet te ver beneden mijn niveau? De leeftijd van mijn medestudenten niet veel te laag?

Feitelijk kwam ik er na een middagje surfen achter dat een studie, welke dan ook, voor mij ietwat onbetaalbaar is. Dat je voor deeltijd geacht wordt al in het werkveld te kunnen werken, en bovendien twintig uur in de week over hebt voor studie. Dat de toelatingseisen voor bijna alle studies inhouden dat je iets met natuurkunde moet hebben gedaan, iets wat ik sinds de tweede klas zorgvuldig heb vermeden. En dat ik er bovendien aan twijfelde of ik, hoe leuk het me ook lijkt, wel in de voetsporen van de man met wie ik al jaren geen contact meer heb wil treden, de enige klinisch chemicus die ik ken, mijn vader.

Maar zo'n beetje toekomst planning is best goed voor je zondagmiddag vulling. Ook als je daarna nog net zo in de WAO zit als daarvoor.

woensdag, maart 15, 2006

Kopstoot.

Ooit had ik een vriendje. De jongen in kwestie bleek veel minder lief dan op het eerste gezicht gedacht werd en ik brak mijn regel dat mishandelde kinderen die traditie niet voortzetten in hun relaties. Ik deed aangifte, werd angstiger dan ik ooit was en stortte beton op beton op mijn gevoel om te vergeten. Inmiddels ben ik daar, twee jaar na dato, vrij aardig in geslaagd. Ik durf weer met de auto over Leiden naar Amsterdam in plaats van over Utrecht en, hoewel ik nog steeds bepaalde plaatsen mijd waar hij mogelijk zou kunnen verschijnen, zie hem niet meer op iedere straathoek staan.

Ook heb ik vriendin V. Met die vriendin had ik in de tijd van ex k. een goede band, we runden een tijdje samen een winkel en ik bracht bijna meer tijd met haar door dan met mezelf. Tussen toen en nu is het contact af en toe verwaterd en af en toe aangewakkerd, dronken we thee en paste ik op haar dochtertje. Maar nu had ik haar toch al wel een paar maanden niet gezien. Dus vond ik het tijd voor een telefoontje. Gewoon, om eens te vragen hoe het gaat, hoe het leven staat, wat voor werk ze doet en of dochterlief al gegroeid is.

Ergens bij zin twee had ik door dat het toch niet helemaal goed zat. Ze klonk wat afwezig en veraf. En daar kwam het. 'Ty, ik moet je wat vertellen. Misschien kan je er beter even bij gaan zitten.'
Toen ik eenmaal zat werd me verteld dat er een nieuw vriendje was. Tijd om te bedenken wanneer het dan uit was gegaan met het vorige vriendje was er nauwelijks. Er was maar één persoon in ons beider kennissenkring waarvoor het nodig zou zijn dat ik zou gaan zitten. En die bleek het ook, ex k.
Met stomheid geslagen zat ik op de koude treden van de trap buiten de vereniging. Wat moest ik zeggen? Blij voor je? Als jij maar gelukkig bent? Kijk je wel uit, voor jou, voor je kleine meid? Alles wat ik heb meegemaakt met k. weet zij ook. Nadat hij was opgepakt huilde ik uit op haar schouder, logeerde ik in haar huis. Een uur na de aanranding (noot: raar toch, het V. woord krijg ik niet over mijn lippen, zelfs niet op papier) zat ik bij haar in de winkel. De aangiftes, de rechtzaak, ze weet het allemaal. Nog afgezien van dit alles is V. ruim oud en wijs genoeg om voor zichzelf te zorgen en haar eigen keuzes te maken en heb ik daar, logischerwijze, niets over te zeggen.

Dus wat had ik moeten zeggen? Misschien is k. veranderd, het is tenslotte mogelijk. Ook een agressie valt immers wat te doen en ik heb hem, zeer tot mijn geluk, al ruim een jaar niet meer gezien. Toch kan ik me niet onttrekken aan gedachten als 'meid, kijk je wel uit' en 'waar ben je in hemelsnaam mee bezig?' De angst heb ik bewaard tot ik alleen was, nadat ik met de halve vereniging had gepraat en geknuffeld. Twijfels over mijn eigen veiligheid en die van haar wedijveren om belangrijkheid terwijl ik me afvraag of het goed zal gaan tussen hem en haar. Wat als het foutgaat? Maar wat als het goed gaat, en hij trekt bij haar in? Gaat wonen in de stad die ik als thuis heb geadopteerd en waar ik me eindelijk een beetje veilig voel? En dan is daar de vraag: zoek ik vrienden uit die iets met mijn ex'en beginnen, of vriendjes die iets met mijn beste vrienden beginnen?

dinsdag, maart 14, 2006

Aanrader voor saaie avonden.

Voor het eerst in mijn leven heb ik zelf broodjes gebakken. Zonder machine, alleen met meel en water en een oven. Bij gebrek aan een broodvorm gebruikte in Lyka's kindercakevormpje, maar eigenlijk is het best een leuk klein minibroodje geworden.

vrijdag, maart 10, 2006

Groeispurt.

Een vriendin gaf een feestje in de vereniging en Lyka en ik gingen even kijken. Een half uurtje, hoogstens drie kwartier. Rond tienen wilde ik weer thuis zijn en Lyka zeker tegen half elf met verhaaltje in bed hebben.
Wishful thinking.

We waren de deur nog niet door of mevrouw bedacht dat vrienden enkel en alleen bestaan om geknuffeld, gekieteld en besprongen te worden. De meeste van mijn vrienden hebben zelf geen kinderen en werken daar graag aan mee. Zo raak ik Lyka al kwijt als ik nog geen vijf minuten binnen ben. Daarna werd er even op de nog lege dansvloer gekeken, waar na elven de vrijdagdisco van start gaat. Met moeite sleepte ik Lyka daar na een half uur weer vanaf. Ze adopteerde een andere vriendin als moeder en meldde even later daar te willen blijven slapen, wisselde kusjes uit met ex. S. en nog wat vrienden, werd overgehaald tot een kietelspel met weer een andere vriend en keek mij om kwart over elf met dieptreurige ogen en een pruillip aan toen ik meldde nu toch écht naar huis te willen.

'Volgens jaar word ik elf' kondigde ze onderweg naar de tram aan. 'Dan ga ik de hele nacht dansen.'
Ik ben toch benieuwd. Zou ze het nog daadwerkelijk leuk vinden tegen de puberteit, rockmuziek, lange jurken en al die dingen die wij nu doen?

donderdag, maart 09, 2006

Rookmelder.

Men dient lasagna geen drie kwartier in de oven te laten staan. Ook niet als er een leuke serie op tv is...

woensdag, maart 08, 2006

Zelfbeeld.

Eigenlijk wil ik dit log zo eetgestoord vrij als mogelijk houden. Meteen daarna vraag ik mezelf af waarom ik dat eigenlijk wil. Dit is internet, feitelijk ben ik niemand wat verplicht iets wel of niet te doen. En dan kom ik tot de conclusie dat ik niet 'gek' wil lijken, niet 'ziek' of anderszins gestoord of raar. Liever lijk ik stabiel, en gezond. Maar, hoe stabiel ik ook ben en hoe veel beter het ook gaat, echt normaal ben ik niet, en gezond al helemaal niet. Dat komt wel, daar ben ik van overtuigd, maar dat kost tijd. En daar mag ik best voor uitkomen. En er dus ook logjes over schrijven.

Normaal eten blijft een beetje een hekel punt. Ik zweef een beetje tussen dagen te weinig en dagen te veel. Op advies van het zoveelste forum probeerde ik mijn honger en verzadigings gevoel wat terug te vinden. Gewoon eten tot je vol zit dus. Jaja. Waar ik zolang ik me kan herinneren babyporties at van alles wat me werd voorgezet en ik het meisje was waar nooit extra voor gekookt hoefde te worden, daar schepte ik nu twee keer op en zat dan nog niet vol, maar stopte toch maar omdat iedereen al klaar was met eten.

Vrienden bedoelden het goed en maakte lieve opmerkingen als 'Wow Ty, das meer dan ik eet!' om te onderstrepen dat het eerst zoveel minder was. Positief bedoelde opmerkingen die in mijn hoofd in no time werden omgezet tot naarheid. Gedachtengangen die ongeveer zo gingen: 'Meer dan hij? Maar.. Hij is huge.. En ik heb nog steeds honger.. Als ik nu dooreet dan word ik ook huge..' Dat zijn grootheid enkel en alleen in mijn hoofd bevond ontging me totaal en ik besloot opnieuw tot minder eten.

Er komt een dag dat ik alle opmerkingen aan kan. Dat ik eet als ik honger heb en wat ik lekker vind. Dat dit allemaal verleden tijd is, iets wat je na jaren terugleest en er dan met weemoed wat lacherig naar terugkijkt, 'ik was wel raar hè, toen.'
Maar nu nog even niet. En dat is helemaal geen schande.

Ochtendblijheid.

Zo zie je maar hoe positief denken resultaat aflevert.

Tien voor twaalf in bed en om zeven uur wakker. Niet één keer wakkergeworden!

Dit wordt een mooie dag.

dinsdag, maart 07, 2006

Nog even wakker blijven.

Je slaapritme veranderen heeft tijd nodig. Van een bijna chronische slapeloosheid afkomen helemaal. Dat wist ik wel. En dat gaat met vallen en opstaan, en je moet vooral consequent blijven en je aan je schema houden. Dat wist ik allemaal echt wel. Maar in geval van erge moeheid een paar dagen al om tien uur naar bed hoeft toch niet meteen afgestraft te worden met om vijf uur al wakker worden?

Vandaag maar weer gewoon half twaalf, en dan hopelijk braaf tot zeven uur slapen.

maandag, maart 06, 2006

Teleurstelling.

Het waren drie plastic bakken vol. Van die grote zwarte bakken, die boven elkaar als laden in een kast kunnen. Er zaten kleine zwarte puppy's in, allemaal zwart, allemaal een soort kruising tussen een labrador en een bordercollie. Twee of drie hadden er een kleine witte aftekening en geen was er even oud, of even groot, als de rest. De kleinsten bleven in de bak, onder de oranje lamp, de groteren groeiden als kooi en haalden vakkundig de hele ruimte overhoop. Aan het einde van mijn queeste om de hondjes allen op een plek te houden waren de grootsten gegroeid tot katformaat en hield ik er twee. Terwijl ik met mijn pasverworven huisgenoten mezelf de deur uit wurmde keken twee bakken vol ogen mij zeer treurig aan, alsof ik hen ook mee had moeten nemen.

Tot minstens een kwartier na wakkerworden heb ik gezocht naar het warme gevoel van hondjes op bed.

zondag, maart 05, 2006

Even alles vergeten.

De zon schijnt naar binnen door het woonkamerraam, het gordijn net genoeg gesloten zodat het gele licht niet op de witte bladzijden valt van het boek wat ze leest en pijn doet aan haar ogen. Met opgetrokken knieën zit ze in een hoekje van de bank met voor haar een warm kopje thee en naast haar de kat. Bij de buren is een bruiloft, de muziek sijpelt binnen door de dikke muren en even kijkt ze op en glimlacht naar de zon.

Geluk zit in de kleine dingen.

woensdag, maart 01, 2006

Vaarwel vangnet.

Vandaag is de dag. Dé dag met hoofdletter D. De dag dat ik definitief afscheid neem van mijn vangnet, mijn in-geval-van-nood-doosje.

Al jaren sleep ik overal mijn rugzak mee naar toe. Een gewoonte, opgepakt in tijden dat alles onzeker was en de rugzak het enige constante in mijn bestaan, die me vele malen uit allerlei situaties heeft gered. De lenzenvloeistof bij droge ogen, de pleisters of de zalf bij kleine ongemakken, de schaar en de lepel en natuurlijk de medicijnen. Een beetje zichzelf respecterende gek gaat nergens heen zonder zijn kalmeringtabletjes. Een beetje chronisch zieke doet geen boodschappen zonder pijnstillers in de tas. Als je overhoopt ergens blijft slapen dien je wel te kunnen slapen, dus gingen de mooi witte tabletjes ook maar mee. En voor de onverhoopte allergie aanvallen: hoppa. Het medicijndoosje heeft vakjes voor iedere dag van de week, niet omdat ik iedere dag een pil nodig heb, maar als opslag vakjes. Hij is beplakt met glitternde dolfijntjes, want een saai blauw doosjes is anders zo'n, nu ja, saai blauw doosje. Maar sinds het slaapregime van de neuroloog ben ik slaapmiddeltjes vrij, die kalmeringstabletjes had ik eigenlijk al maanden niet meer nodig en die allergie.. och.. Het enige wat nog overal mee naar toe gaat zijn de pijnstillers, maar daar heb je feitelijk geen heel medicijndoosje voor nodig. Maar het uit de tas halen leek heiligschennis. Het zomaar wegdoen van dat wat mogelijk, hypotetisch, poteintieël nodig zou kunnen zijn is een hele stap. Het zegt dat je zonder kunt, dat je het wel aankunt helemaal op jezelf. Het zegt dat je zonder moét, simpelweg omdat je niet anders kunt.

Ik gooi hem niet weg. Hij heeft een mooi plekje gevonden bij de andere medicijnen hier in huis, die ik, omdat je nu eenmaal kunt wachten op een 'voor het geval dat' als je dat doet, nooit weg zal gooien -nu ja, een over de datum geval daargelaten-.
Wereld, here I come.

Pllrtttt.

Twee dagen enkel en alleen bezig zijn met geldzaken en er dan nog niet uitkomen waar je op moet bezuinigen, daar zou iedereen gek van worden, toch?