Vandaag is de dag. Dé dag met hoofdletter D. De dag dat ik definitief afscheid neem van mijn vangnet, mijn in-geval-van-nood-doosje.
Al jaren sleep ik overal mijn rugzak mee naar toe. Een gewoonte, opgepakt in tijden dat alles onzeker was en de rugzak het enige constante in mijn bestaan, die me vele malen uit allerlei situaties heeft gered. De lenzenvloeistof bij droge ogen, de pleisters of de zalf bij kleine ongemakken, de schaar en de lepel en natuurlijk de medicijnen. Een beetje zichzelf respecterende gek gaat nergens heen zonder zijn kalmeringtabletjes. Een beetje chronisch zieke doet geen boodschappen zonder pijnstillers in de tas. Als je overhoopt ergens blijft slapen dien je wel te kunnen slapen, dus gingen de mooi witte tabletjes ook maar mee. En voor de onverhoopte allergie aanvallen: hoppa. Het medicijndoosje heeft vakjes voor iedere dag van de week, niet omdat ik iedere dag een pil nodig heb, maar als opslag vakjes. Hij is beplakt met glitternde dolfijntjes, want een saai blauw doosjes is anders zo'n, nu ja, saai blauw doosje. Maar sinds het slaapregime van de neuroloog ben ik slaapmiddeltjes vrij, die kalmeringstabletjes had ik eigenlijk al maanden niet meer nodig en die allergie.. och.. Het enige wat nog overal mee naar toe gaat zijn de pijnstillers, maar daar heb je feitelijk geen heel medicijndoosje voor nodig. Maar het uit de tas halen leek heiligschennis. Het zomaar wegdoen van dat wat mogelijk, hypotetisch, poteintieël nodig zou kunnen zijn is een hele stap. Het zegt dat je zonder kunt, dat je het wel aankunt helemaal op jezelf. Het zegt dat je zonder moét, simpelweg omdat je niet anders kunt.
Ik gooi hem niet weg. Hij heeft een mooi plekje gevonden bij de andere medicijnen hier in huis, die ik, omdat je nu eenmaal kunt wachten op een 'voor het geval dat' als je dat doet, nooit weg zal gooien -nu ja, een over de datum geval daargelaten-.
Wereld, here I come.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten