In het kader van 'De brutalen hebben de halve wereld', 'Vragen staat vrij' en 'Nee heb je en ja kun je krijgen' schreef ik een email aan mijn oude psycholoog.
Ik ben al een tijdje niet meer onder behandeling bij iemand en beschouw mezelf als redelijk normaal.
Nu schrijf ik haar een keer in de zoveel tijd een emailtje met een update en kom wat op de thee om bij te kletsen. Ze vertelt over haar man en zwangerschap en ik wat over de hond en de verloving en we hebben het samen erg gezellig.
Maar van de laatste enthousiatse reactie op mijn vraag 'Heb je binnenkort tijd voor thee' raakte ik toch wat in de war.
Hoe zit dat, met vriendschap?
Gebeurt dat zomaar?
Hoe bouw je dat op eigenlijk?
Is dit wel vriendschap, of is dit gewoon 'ik vind het interessant om te weten hoe het met mijn ex patienten gaat'?
Kan je uberhaupt een vriendschap hebben met een (ex)patient?
Ik, die door de jaren heen diverse vrienden had maar die, op een paar uitzonderen na, eigenlijk allemaal via mijn partner of mijn vereniging kwamen, heb eigenlijk helemaal niet zo'n idee hoe men dat doet, vrienden maken.
Ik ben van het 'ik zie wel' type, wat afwacht tot de ander belt. Wat heel naar is, want als je zelf niet belt, gaat de ander je dus echt niet bellen.
Niet dat ik een tekort heb aan vrienden hoor, of aan mensen om me heen. Ik onderhoud ze alleen niet zo goed.
Ik werd heel onzeker van mijn aankomende bezoek aan K.
Kon ik dat wel vragen , van die thee?
En als ik dat kan, kan ik dan ook de volgende keer om thee in de stad vragen? Of kraamvisite? Of is dat niet gepast voor ex-patienten?
Dus schreef ik een brief.
Naast de brieven die ik ooit schreef om aan diverse mannen duidelijk te maken dat ik ze weliswaar heel lief vond maar toch geen relatie met ze wilde was dit toch wel de moeilijkste brief in tijden.
Wat was de basisschool toch makkelijk, toen je nog gewoon kon vragen 'wil jij mijn vriendinnetje zijn' en je verder nergens over na hoefde te denken. En hoe zet je dat in hemelsnaam om in woorden?
Hoe leg ik uit dat ik duidelijkheid wil, dat ik van haar een antwoord wil om mijn eigen onzekerheid te sussen, omdat ik daar zo slecht tegen kan. Dat ik bang ben te veel te vragen, te ver te gaan, of, aan de andere kant, een potienteel prettige vriendschap te beeindigen nog voor hij is begonnen.
Ik wil grenzen, duidelijkheid, een marge waartussen ik mij op het relationele vlak kan bewegen.
Bij voorkeur iets als 'een keer in de twee weken thee' of 'om de dag bellen', maar dat kan nu eenmaal niet.
In deze wereld wordt tachtig procent van het leven geleid door non-verbale communicatie en verborgen agenda's, of mensen dat nu doorhebben of niet. En ik ben daar zeer slecht in.
Ik schreef haar, nee, vroeg haar, of ze mij kon vertellen waar onze relatie -als heb al zo genoemd kan worden- heen ging. Of ze bezwaar zou hebben tegen 'meer', alhoewel ik niet goed kan aangeven wat ik met dat 'meer' dan precies bedoel. Eigenlijk vroeg ik dus of ze voor mij, in dit ene geval, de lijntjes wil schetsen waartussen ik mag kleuren. Om mij een plezier te doen, om me minder onzeker te maken. Met het risico dat ik met deze brief zo brutaal overkom dat ik de eventueel oogluikende relatie teniet zou doen. Maar ik wil het zo graag weten.
Ik heb geen idee of ze antwoord geeft.
Of wat dat antwoord dan zou zijn.
En of ik daar blij mee zou zijn, of zelfs maar minder onzeker.
Vragen staat vrij.
Maar goed dat ik de email nog niet verstuurd heb...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten