zaterdag, juli 08, 2006

Karren.

In het kader van het een en ander had ik besloten dat enige uitleg op zijn plaats zou zijn.

Een tijdje geleden ontving ik een brief van de gemeente. Ik maak gebruik van een voorziening in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten en men wilde dat er iemand van een of ander bureautje langskwam om te kijken of ik die voorziening nog wel nodig had. Allemaal heel standaard tot zover. De meneer van het bureau belde en wilde een afspraak voor donderdagochtend.
Eenmaal hier en voorzien van koffie meldde hij dat het om de scootmobiel ging. U kent ze waarschijnlijk wel, van die blauw/rood/zilver/groene elektronische driewielers die door de stad zoeven met mensen erop zonder waardering voor de geldende verkeersregels. Ik heb nu een jaar of zeven ook zo'n ding. Of liever, ik heb er drie gehad, want een beetje gemeente wil na een verhuizing jou graag van een nieuw exemplaar van meer dan tienduizend euro voorzien omdat de oude gemeente de vorige wil recycelen.

Vanachter zijn warme koffie vertelde deze meneer mij plompverloren dat de gemeente had besloten dat mijn scootertje misschien wel ingetrokken zou kunnen worden.

Wàt?
Ingetrokken?
Hoezo...? Waarom? Wat?
Wàt?!

Zeker tien minuten lang kon ik weinig anders dan stotteren en zwijgen. Het woordje 'misschien' in de uitspraak van meneer was mij totaal ontschoten. Beelden van een boze Lyka die niet meer fietsen kon, slepende benen door de supermarkt, niet meer naar de Efteling waren al dat door mijn hoofd spookte. Uiteindelijk perste ik er een vraag om uitleg uit.

Het zat ongeveer zo.
Wat jaartjes geleden had ik skates. Niet van die skeeler dingen met wieltjes achter elkaar, nee, echte goede mooi leren rolschaatsen van dure makelij. Niet dat ik gerolschaatst had in de laatste jaren, maar als je voeten toch niet groeien waarom zou je ze dan wegdoen. En wie weet, ooit.
Toen was het met Pinksteren mooi weer en besloot ik te kijken of ik dat nog kan, dat skaten. Ik reed met Lyka op de fiets en skates in de tas de polder in en bij een mooi kruispunt trok ik de skates aan en vertrok wat wiebelend en slingerend naar het bankje een paar honderd meter verderop. Lyka en ik deden een kaartspelletje en vervolgens reden we weer terug.
Bij de scootmobiel aangekomen stond een andere meneer in een andere scootmobiel en een mototagent. Het onbeheerd achterlaten van mijn scootmobiel had wat angstige vragen opgeroepen over oude dames en bodems van sloten. Ik bood mijn excuses aan en legde de situatie uit. Ik was jong en wilde nog wel eens wat proberen, al lang ziek, tot dáár had ik geskate en voortaan beloofde ik een briefje achter te laten als ik de scooter zou verlaten. De agent schreef mijn naam op en we gingen weer ieder ons weegs.

Die agent, zo bleek, had een brief naar de gemeente gestuurd en de gemeente vervolgens weer naar de meneer van het onderzoekbureau. 'Mevrouw is skatend in het park aangetroffen.'
Wederom probeerde ik het uit te leggen. Een paar honderd meter, vertelde ik. U snapt toch wel, jong, proberen, af en toe 'normaal' proberen te doen, al is het maar voor even, u snapt toch wel, toch? Erg samenhangende zinnen werden het niet, ik was totaal van mijn apropos. De meneer ging weer weg en ik bleef achter met het gevoel dat ik totaal niet had weergegeven waar het nu om ging.

Telefonisch proberen dan maar. Eerst de gemeente.
'De afdeling WVG zit op dit moment in vergadering/lunchpauze/overleg/vakantie/is onbereikbaar' *doorstrepen wat niet van toepassing is
Goed.
Dan de politie dan maar. Misschien kunnen die me vertellen waarom er allerlei brieven over mij worden geschreven terijl ik van niets weet.
'Nee mevrouw, de meneer met code 5050 is momenteel niet aanwezig. Maar waarom wilt u dit allemaal weten? U mag toch helemaal niet skaten?'

Wat? Ik mág niet skaten? Van wie niet? Het hele idee van een scootmobiel is toch juist dat ie bedoeld is voor mensen die nog wel kunnen lopen maar niet zo ver? Anders zat je toch wel in een roltoel? Waarom mag ik niet een paar honderd meter skaten als ik dat zou willen?
Ik gaf het op.
Ergens deze week klim ik in de pen en maak ik twee overduidelijke, goed leesbare en niet mis te verstane faxen. Met uitleg over de situatie en mijn mening over dit soort dingen op het dak van mensen laten vallen en dan nog verwachten dat ze duidelijke antwoorden geven in de tien minuten die het gesprek nog duurt. Het is niet het achterliggende idee dat me tegen de borst stuit, het is de werkwijze, de manier waarop.

Wat dénken ze nu eigenlijk wel? Dat ik het léuk vind om in zo'n ding te rijden? Dat ik me niet, zelfs na zeven jaar, overal aangestaard voel? Een uitzondering, een aparte, een gehandicapte? Dat ik niet zou fietsen als ik dat kon?

...
(Hier hoort die chatchy oneliner waar ik meestal mijn stukjes mee afsluit. Zo'n zin die een glimlachje tevoorschijn tovert, waardoor het duidelijk wordt dat ik, ondanks alle tegenslagen, het leven nog steeds met flink wat humor tot mij neem.
Volgende keer beter)

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Great site lots of usefull infomation here.
»

Anoniem zei

This site is one of the best I have ever seen, wish I had one like this.
»