Donderdag werd ik gebeld door H. H. was een mede lid van de hier veelbesproken vereniging. H. was lid van onze AktiviteitenKomissie en vroeg zich af of mijn Taya leenbaar was voor de dropping die zijn van het weekend wilde organiseren. Dat vond ik helemaal prima, de vereniging betaald mij braaf een aantal centen per kilometer en dus zou het rijdende lid M. mij terugbellen voor de beste fietsroute naar mijn stulpje.
Vrijdagmiddag belde M. en bleek zowaar te weten waar mijn flat zich bevond. We spaken af voor een uurtje of half tien, tien en hij zei 'tot vanavond'. Dat was een beetje vreemd, daar ik het idee had dat de beste tijd voor een dropping op zaterdag zou zijn, maar ach, dat zou wel goed zitten. Op de bewuste avond sleepte ik Lyka onder enig protest -wat nou om half tien naar bed voor zeven jarigen op warme zonnige dagen terwijl je eigenlijk in de tuin van vriendje J. wilt spelen ik ben nog helemaal niet moe!- naar huis om na het tandenpoetsen op de bank plaats te nemen en te wachten op de bel.
Half tien, tien uur, kwart over tien. Half elf, kwart voor elf. Inmiddels was ik enigzins verbaasd over de laksheid van bovengenoemd lid. Desondanks maakte ik me niet erg zorgen. Onze vereniging en dan vooral het merendeel van haar leden is niet zo geweldig met afspraken, en meer dan eens had ik een afspraak voor het verlenen van wat diensten met Taya of Mick en bleek achteraf een ander dat makkelijker te kunnen. Dus hang ik tegenwoordig de visie aan: als ik echt nodig ben bellen ze wel. En als ze niet bellen dan ben ik blijkbaar niet zo hard nodig.
Zaterdag waren Lyka en ik in de Delftse Hout en in de tuin van J. in de zon en had ik zo'n geweldige dag dat ik M. en de dropping totaal vergat. Tot mijn telefoon, nog steeds onder de toppunt van burgelijke maar o zo heerlijke parasol in de tuin van J., overging en mij gevraagd werd waar ik toch in hemelsnaam uithing. Erm... Oeps...
De dropping was dus toch op zaterdag. Snel legde ik de route uit naar het huis waar ik me nu bevond na van J. de verzekering gehad te hebben dat zijn auto ook wel leenbaar was voor droppingdoeleinden. Na nog drie keer bellen en uiteindelijk opgehaald te zijn door J. was het huis eindelijk gevonden en kon ik de dropping weer vergeten.
Tot ik gisteren mijn traditionele laatste dinsdag voor de zomerstop bardienst draaide en zowel ik als J. -die daar toevalig bij aanwezig was- een doos Merci onder onze neus geschoven kregen. Wat..? Ik... Maar... Stamelend en stotterend vroeg ik mij af waar ik dat aan verdiend had, er was immers zoveel planningtechnisch misverstand geweest. Voor de moeite, daarom, was het antwoord. Blozen, rood worden en een dankjewel terug. Dit is zoveel leuker dan enkel een benzinevergoeding.
Niet dat ik de chocola hou natuurlijk, dat spreekt vanzelf. In een eetgestoord huishouden is een hele doos van dat spul iets te riskant. Gelukkig kon ik er een jarige vriendin, die ik geheel in mijn chaotische levensstijl totaal vergeten was, er erg blij mee maken. Maar toch. Ik had een doos Merci verdiend...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
das mooi
Een reactie posten