maandag, april 30, 2007

Burgerlijk of bangerik.

Verlatingangst is een wonderlijk iets.
Normaal heb ik er niet zo'n last van, of heb ik in ieder geval niet zo door dat ik er last van heb.
Vroeger deed ik de meest rare dingen om mansen aan me te binden, maakte me door mijn onmogelijk aanhankelijke gedrag haast onmisbaar maar voelde me niet verlatingangstig.
Tegenwoordig ben ik veel redelijker, maar ook veel bozer.

Wat zoveel inhoud als dat ik chagerijnig kan zijn en kortaf.
Als Maylinn niet wil luisteren bijvoorbeeld, en ik me zorgen maak over haar opvoeding, terwijl ik eigenlijk echt wel weet dat het goedkomt.
Of als we te weinig geld hebben, omdat de computer stukging en er een nieuwe moet komen, en Nanne dan uit wil en geld mee wil nemen, terwijl ik weet dadt ik niet zeuren moet, daar het meeste onnodige geld nog steeds in mijn eetbuien gaat zitten en echt niet in Nanne.
Vroeger werd ik angstig en onredelijk als ik in de war was, of eenzaam, of teleurgesteld, of depressief, of iets anders naars voelde.
Nu kan ik daar beter mee omgaan.
En feitelijk heeft iedereen wel eens een ochtendhumeur, dus ben ik nu veel normaler.

En toch heb ik het gevoel dat boosheid voor mijn omgeving (lees: Nanne) veel moeilijker te verteren is dan mijn oude angsten. Aan de angst kon ik immers niets doen, dat was machteloosheid, dat zag een kind.
Woede en chagerijnige woorden lijken iets wat expres gebeurd en dus zo te controleren zou moeten zijn.
Dus heb ik verlatingsangst.

Als ik weer om een totaal onzinnig iets kortaf ben geweest tegen Nanne en we het na de ruzie goedmaken ben ik als de dood dat hij op een dag zal bedenken dat ik té vaak boos ben, té vaak ruzie maak en dat het tijd is om op zoek te gaan naar een vriendinnetje dat wat beter op haar tanden kan bijten.
Ik vraag het aan hem, maar hij ontkent, wat me geen soelaas biedt, daar hij niet kan weten hoe hij er over twee, drie, vier jaar over denkt. En ik wil graag zekerheid.
Een blaadje, in drievoud, met zegel en handtekening, waar op staat dat hij me nooit en te nimmer verlaten zal.

Het is maar af en toe.
En zoveel beter dan het vroeger was, toen ik zo slecht alleen kon zijn dat ik gezelschap afdwong, al zag ik dat toen totaal niet zo.
Maar toch, ik ben het zo ontwend dat ik het graag inruil voor wat extra eetgestoordheid.
Kunnen de Goden niet ergens een ruilhandeltje opzetten?

1 opmerking:

Anoniem zei

van ruilen komt huilen....